Fietsbanden

Fietsbanden zijn er in soorten en maten. Let bij vervanging van de buitenband op de maat, die in Engelse duimen (inches) of in mm op de zijkanten staat vermeld. Er zijn, algemeen gesproken, twee typen banden: de draadband voor de gewone fietsen of toerfietsen, de tubes voor racefietsen. Een goede draadband kan zeker 5000 km mee, een tube hooguit 1000 km. Reflecterende banden zijn duurder, maar bieden bij duisternis meer veiligheid doordat ze de zichtbaarheid sterk vergroten.

Handiger dan het normale ventiel met slangetje is het blitzventiel, dat veel minder snel lekt. Daarentegen is het normale ventiel vaak nog te repareren met een nieuw stukje slang, terwijl het blitzventiel in zijn geheel moet worden vervangen als het defect is.

Lekkeband

Een lege band kan het gevolg zijn van een lekke binnenband, maar ook van een lek ventiel. Controleer dit eerst door na oppompen van de band wat speeksel op het ventiel te doen of het in een glas water te houden. Is het ventiel in orde, dan controleert u de buitenband zorgvuldig op een scherp voorwerp (spijker, steentje). Geef met een krijtje aan waar het lek vermoedelijk zit: dit bespaart veel tijd nadat de band is afgenomen.

Een lek in de binnenband is te ontdekken door de band door een bakje water te halen en daarbij te letten op luchtbelletjes.