Profiellijsten zijn wel eens ‘timmermansvrienden’ genoemd omdat ze bij uitstek geschikt zijn om naden, kleine foutjes en krimpen trekspleten weg te werken. Ze worden ook wel uit esthetische overwegingen gebruikt, bijvoorbeeld om aan elkaar grenzende vlakken harmonieus in elkaar te laten overvloeien en een ruimtelijk effect te creëren.
Voor een eenvoudige plint die aan de bovenzijde op de muur moet aansluiten kiest men doorgaans een ongecompliceerd profiel; het wordt bevestigd zoals op de tekening is aangegeven. De naad tussen plint en (houten) vloer kan worden weggewerkt met een kwartrond profiel, dat met koploze spijkers schuin wordt vastgenageld op de ondervloer.
Op lambrizeringen, schrootjeswanden en dergelijke, of op plaatsen waar het plafond geaccentueerd moet worden, brengt men kroonlijsten aan op de grens van muur en plafond. Een smalle kamer of gang lijkt breder als op ongeveer 60 cm boven de vloer een dubbele profiellijst wordt aangebracht (of twee evenwijdig lopende, vlakke lijsten, met een kleine tussenruimte op de muur gezet).
Profiellijsten in een vertrek
Monteer de eerste profielen tegenover de belangrijkste toegangsdeur, opdat volgende stukken tegen de zijwanden komen en gebrekkige aansluitingen minder in het oog lopen.
Om profiellijsten in een hoek op elkaar te laten aansluiten moeten de uiteinden in verstek worden afgezaagd. binnenhoeken blijft dan meestal toch nog een spleet zichtbaar, tenzij het vertrek volmaakt haaks is.
De beste aansluiting is te verkrijgen door het ene stuk profiellijst in het juiste verstek af te zagen en het, tot op de hoek, tegen de muur te bevestigen. Zaag vervolgens het aansluitende stuk in verstek. Volg dan meteen beugelzaag de contouren van het profiel en laat de zaagsnede ietsjes naar binnen lopen. De tweede profiellijst kan op die manier zeer nauw worden aangesloten op de eerste.