Grondwaterpompen zijn bestemd voor het automatisch droogpompen van kelders, kruipruimtes en dergelijke. Ze worden meestal opgesteld in een putje, op een ondergrond van grind en/oftegels. Als het water in de put een bepaald peil bereikt zorgt een vlotter ervoor dat de pomp wordt ingeschakeld. Zodra er voldoende water is weggepompt schakelt de vlotter de pomp weer uit. Het schakelbereik van de vlotter kan worden ingesteld met twee stelklemmen. Een filter zorgt ervoor dat de pomp niet verstopt raakt, terwijl een terugslagklep voorkomt dat het opgepompte water in de put terugloopt. Sluit een grondwaterpomp met een waterbestendig elektriciteitssnoer aan op een geaard stopcontact, dat een meter of drie boven de vloer zit. Controleer de werking van de pomp regelmatig door de put met water te vullen. Werkt de pomp slecht kijk dan het filter na en controleer snoer en stopcontact. Reinig put, pomp en terugslagklep minstens één keer per jaar. Smeer de pomp zoals in de gebruiksaanwijzing is aangegeven. Raadpleeg bij hardnekkige problemen de verkoper of een loodgieter.