Muntstukken kunnen tientallen jaren meegaan tot de afbeeldingen afgesleten zijn of de munteenheid verandert, maar bankbiljetten van geringe waarde verwisselen zo vaak van eigenaar, dat ze in enkele maanden onbruikbaar zijn geworden. Zelfs bankpapier van hoge waarde gaat niet langer dan twee of drie jaar mee.
In Engeland, bijvoorbeeld, worden bankbiljetten onder toezicht van de Bank of England uit de circulatie genomen. In elk van de vijf filialen (Birmingham, Bristol, Leeds, Manchester en Newcastle) en in de drukkerij in Essex heeft de bank sorteermachines die uitzoeken welke biljetten nog goed zijn voor de circulatie. Als ze versleten zijn, snijden de machines ze in stukjes van 1 mmo Elke week vernietigen de papierversnipperaars van de bank biljetten met een gezamenlijke waarde van 50 miljoen pond.
De andere 13000 filialen sorteren ook totaal versleten biljetten uit en zenden ze onder bewaking naar een van de hoofdkantoren van de Bank of England. Aan elke bank wordt de waarde van de geleverde bankbiljetten gecrediteerd. De biljetten worden dan door een gepantserde geldwagen van de Bank of England naar de drukkerij van de bank gebracht. Daar worden elke week in een oven bij een temperatuur van 2000°C 15 miljoen bankbiljetten verbrand, die 12,5 ton wegen en een waarde hebben van 135 miljoen pond. De as wordt dan door een molen gehaald en geconttoleerd, zodat men er zeker van is dat er geen spoor meer van een biljet is overgebleven.
Zo vernietigt de Bank of England elk jaar bijna 1000 ton bankbiljetten met een waarde van ongeveer 10 miljard pond. Deze biljetten worden in de drukkerij door nieuwe vervangen.
Hoe veilig deze methode ook is, er blijven risico’s aan verbonden. Bij de Engelse treinroof in augustus 1963 maakte een bende 2,6 miljoen pond buit aan gebruikte bankbiljetten uit een goed bewaakte trein. De dieven werden uiteindelijk gepakt en veroordeeld, maar het feit dat het geld bestemd was om vernietigd te worden en eigenlijk niet meer bestond, gaf deze misdaad een vreemd tintje.
Het vernietigen van versleten geld zal misschien niet altijd noodzakelijk blijven. Bij de viering van het tweehonderdjarig bestaan van Austtalië in 1988 gaf het land een nieuw plastic bankbiljet uit van 10 dollar, dat bijna onverwoestbaar is bij dagelijks gebruik. Het is bestand tegen koken, wassen en in de grond begraven. Als het nieuwe geld voldoet, zou papiergeld er door vervangen kunnen worden.