Harde, gladde oppervlakken kaatsen geluid terug; poreuze absorberen het. Zware gordijnen, kurkplaten, dikke tapijten en wandbekleding met structuur helpen dus bij het dempen van geluid. Hetzelfde geldt voor akoestische tegels op muur en plafond.
Plafond isoleren
Plak akoestische tegels met door de fabrikant aanbevolen lijmsoorten rechtstreeks op een glad, stevig plafond. Spijker ze anders op een lattenwerk (regelwerk) of leg ze in speciaal daarvoor verkrijgbare profielen.
Een nog betere geluidsisolatie wordt verkregen door het aanbrengen van een vrijhangend plafond: een raamwerk van metalen profielen dat aan het bestaande plafond wordt opgehangen en waarin eveneens akoestische tegels worden geplaatst. De ruimte tussen de twee plafonds wordt opgevuld met minerale wol, dat tegen de wanden moet opstaan.
Muren isoleren
Geluidsoverlast tussen twee vertrekken (of woningen) kan worden tegengegaan door de wand te bekleden met een laag gipsplaat. Een andere mogelijkheid is het aanbrengen op de wand van akoestische of kurktegels. In sommige gevallen kan dit rechtstreeks op de ondergrond: als de wand vlak en intact is en de tegels niet te zwaar of te groot. In andere gevallen moet een passend regelwerk worden aangebracht. Sommige tegeltypen kunnen onzichtbaar op dit lattenwerk worden gespijkerd doordat ze voorzien zijn van veren, waardoor de spijkers uit het zicht verdwijnen.