Hoe te handelen bij een oververhitte autoradiateur

Gaat het waarschuwingslampje van de koelvloeistof branden of komt de meter van de koelvloeisooftemperatuur in het rood, dan moet u direct op een veilige plaats rechts van de weg sooppen en de motor afzetten. Plaats de gevarendriehoek ca. 30 m achter uw auto.

Controleer, nadat de mooor enigszins is afgekoeld: het peil van de koelvloeisoof in het meestal doorzichtige expansievat, de spanning van de ventilateurriem en de waterslangen. Heeft u een thermostatisch bediende ventilator, dan kan het schakelcontact hiervan defect zijn, waardoor de ventilator niet of te laat in werking wordt gezet. Als noodreparatie kan in het laatste geval het relais worden vastgezet of de contacten van de schakelaar worden doorverbonden.

Als de thermostaat defect is, kan deze eventueel tijdelijk worden verwijderd, tenzij hij een dubbelwerkende klep heeft. In het laatste geval kan tijdelijk de klep van de hoofdstroom worden opengezet. Lekke slangen moeten worden vervangen en een lekke radiateur moet worden gerepareerd. Overigens kan een vervuilde radiateur ook te weinig koelcapaciteit hebben. Meestal is dit te verhelpen door deze vanaf de achterzijde met een krachtige waterstraal schoon te spuiten. Ernstiger oorzaken van het verlies van koelvloeistof zijn een lekke koppakking of een scheurtje in de cilinderkop. Deze problemen moeten door de garage worden verholpen.

Overigens kan het oplopen van de koelvloeistof temperatuur ook het gevolg zijn van een slechte rijstijl: maakt de motor bij het klimmen in bergen of bij het rijden in een fIle voortdurend te weinig toeren doordat u in een te hoge versnelling rijdt, dan stroomt ook de koelvloeistof slechts matig door en stijgt de motortemperatuur.