In een apotheek kun je medicijnen kopen, middelen om beter te worden. Je krijgt alleen veel medicijnen als je een “recept” bij je hebt: hiervoor moet een arts de patiënt vooraf hebben onderzocht en de medicatie “voorschrijven”. Ze worden ook voorgeschreven medicijnen genoemd. Maar er zijn ook babyvoeding, pleisters en remedies voor de zorg voor het lichaam.
In de apotheek werken apothekers of getrainde helpers. Alleen zij mogen klanten verkopen of uitleggen waar de medicijnen goed voor zijn. Sommige remedies worden ook in apotheken zelf gemaakt, bijvoorbeeld zalven, druppels of theemixen.
Het woord “apotheek” komt uit het Grieks en betekent “repository”. Vroeger werd gezegd dat in kloosters waar mensen op religieuze manieren leven, de ruimte voor de opslag van geneeskrachtige kruiden zo was. In die zin is de apotheek tegenwoordig een plaats waar medicijnen worden bewaard.