Hoe werkt een telefoon?

De Amerikaan Alexander Graham Bell wordt beschouwd als de uitvinder van de telefoon. Hij bemerkte, dat de geluidstrillingen van een menselijke stem via de lucht een dun metalen plaatje aan het trillen konden brengen. Onder dit plaatje plaatste hij koolstofkorreltjes, die door die bewegingen vaster of losser op elkaar werden gedrukt. Hun weerstand voor het geleiden van elektrische stroom werd daardoor helemaal anders. Een stroompje door die koolstofkorreltjes veranderde daardoor op het ritmevan het trillende plaatje. Zo ontstond een stroom van een wisselende sterkte, die aan de kant van de ontvanger door middel van elektromagneetjes weer een trilplaatje in beweging bracht in hetzelfde ritme van de spraak. Op deze manier kon het gesproken woord worden overgebracht. Natuurlijk zijn er in de loop van de tijd vele technische verbeteringen aangebracht, waardoor de afstand die overbrugd kan worden steeds maar groter is geworden.