Houston

HoustonDe grootste stad van Texas, Houston, heeft een duizelingwekkende groei doorgemaakt: 610000 inwoners in 1950, 1,3 miljoen in 1970, 2,2 miljoen in 2000. Hetzelfde geldt voor de agglomeratie (Houston, Galveston, Pasádena, Baytown, Clear Lake enz.), die in 2000 meer dan 5,7 miljoen inwoners telde.
Houston werd gesticht in 1836, kort na het eind van de oorlog die de Texanen onafhankelijk van Mexico maakte. De stad werd genoemd naar Sam Houston, een generaal die zich in die strijd onderscheiden had.


Wie Houston vanuit zee wilde bereiken, moest diep doordringen in de wijde Trinity Bay en een moerassige bayou doorkruisen, zodat de stad aanvankelijk niet veel meer dan een simpele katoenen rundveemarkt was, gelegen langs een van de stoffige landroutes die van Mexico naar de Mississippi leidden.

Op 80 km ten zuidoosten van Houston, langs de brede zandwal die de baai bijna volledig afsluit, had de Franse piraat Jean Lafitte reeds in 1817 vergeefs geprobeerd een ankerplaats te vestigen. De Canadees Michel Menard, die in 1839 een tweede poging ondernam, slaagde er wel in. Galveston werd een oord van vissers en smokkelaars. Nadat een hurricane in 1900 een tol van meer dan 6000 doden had geëist, werd er een machtige dijk aangelegd om het oceaanwater te keren.

De beide steden, die reeds sinds 1858 een spoorwegverbinding hadden, besloten bovendien nog een vaargeul te graven, die in 1905 voltooid werd. Voortaan konden schepen de nauwe doorgang bij Galveston doorsteken en de baai overvaren naar Houston.

Kort daarop begon de koortsachtige run op aardolie: in de omgeving van Houston werden maar liefst 12000 putten aangeboord, zowel op het land als offshore. Olie, aardgas, zwavel en zout vormen de pijlers van de plaatselijke economie. Alle ‘majors’ en de voornaamste ‘independents’ van de olie-industrie zijn vertegenwoordigd. De dertig raffinaderijen langs de vaargeul en langs de binnenkust van de baai tot aan Baytown vormen, samen met de fabrieken van kunstmest, synthetische rubber, plastics en geuren smaakstoffen, de grootste concentratie van olieverwerkende en petrochemische industrieën ter wereld.

Hier dienen echter nog de andere zware en milieuvervuilende industrieën (cementfabrieken, scheepswerven, houtverwerkingsbedrijven) bij opgeteld te worden, zodat Houston de grootste industriële agglomeratie is van het zuiden van de Verenigde Staten. Wat de scheepswerven betreft, deze richten zich meer en meer op het bouwen van booreilanden.
Houston en Galveston zijn de drukst bezochte havens van de Golf van Mexico: met kustvaarders wordt de olie verscheept en men exporteert chemische produkten, graan en meel, hout en katoen.
In 1962 heeft de NASA zijn hoofdkantoor en voornaamste laboratoria in het tussen Houston en Galveston gelegen Clear Lake City gevestigd.
Houston distribueert zijn aangevoerde goederen over heel ZuidTexas en is ten slotte een belangrijk centrum voor het banken verzekeringswezen, terwijl Galveston, met zijn 50 km stranden, zowel langs de baai als langs de oceaan, niet in de laatste plaats een druk bezochte badplaats is.

Houston airport