Kamerplanten – Het scheppen van de juiste

Kies planten uit die passen bij de omstandigheden bij u thuis ten aanzien van licht, warmte en luchtvochtigheid. Koop uw planten bij een goede zaak en inspecteer ze zorgvuldig op ziekten en ongedierte, alvorens ze in huis te halen.

Licht
Maak gebruik van de uiteenlopende lichtomstandigheden in uw huis. Over het algemeen hebben bloeiende planten een grotere lichtbehoefte dan bladplanten. Houd in de gaten of uw planten een juiste standplaats hebben. Bij te veel licht kunnen de bladeren verschroeien of geel worden. Te weinig licht heeft een slechte groei, dunne stengels en gele bladeren tot gevolg. Draai de planten periodiek een kwartslag, opdat ze een regelmatige groeivorm vertonen. Eventueel kunt u de planten onder kunstlicht zetten, dat dagelijks 14-16 uur moet branden.

Water geven
Voel dagelijks of om de dag even met uw vinger of de potgrond nog vochtig genoeg is. Bij een plant met een gemiddelde waterbehoefte mag een bovenlaag van 1-2 cm uitdrogen. Heeft de plant weinig water nodig, dan laat u tweederde van de pot

Begiet de planten ‘s morgens met water op kamertemperatuur in een gieter met een lange tuit. Stop met bijgieten als er water uit het drainagegat loopt. Ook kunt u de planten een halfuur in een diepe schotel met water zetten, waarna u het teveel aan water afgiet.

Temperatuur
De gebruikelijke kamertemperatuur van 18-23 .C met een nachtelijke daling van 5-8 .C, is voor de meeste kamerplanten prima. Een sterkere daling ‘s nachts kan gevaarlijk zijn. Zet de planten niet te dicht bij een radiator of in de tocht. Haal de planten tijdens koude winternachten bij het raam weg. De temperatuur mag ‘s zomers voor de meeste planten tot boven 30 .C stijgen, mits de lucht voldoende vochtig is.

Luchtvochtigheid
De luchtvochtigheid is voor planten een factor van levensbelang. Om de luchtvochtigheid te verhogen kunt u een groep planten bij elkaar op een vochtig kiezelbed zetten of een enkele plant met pot en al in een grotere pot plaatsen en de ruimte tussen de potten opvullen met vochtig veenmos. Het gebruik van een luchtbevochtiger is ook uitstekend. De vochtigheidsgraad stijgt ook als u planten met gladde bladeren geregeld besproeit of afwast. Planten met behaarde bladeren nooit sproeien.

Snoeien
Knijp in het voorjaar en ‘s zomers groeipunten tussen duim en wijswinger uit; de plant wordt er voller door en het bevordert de bloei. Als een plant stakerig wordt, snijdt u de te lange takken met een scherp mes vlak boven een bladoksel af. Snoei nooit te drastisch, tenzij de plant veel groot is geworden of door ziekte is misvormd.