Kreeft moet altijd levend worden gekookt. Voor 2 kreeften hebt u dan nodig: 21. court-bouillon (een vleesloze, geurige vloeistof, bereid van groenten, kruiden en zout, met eventueel wijn en andere smaakmiddelen; voor kreeft is water met prei, wat zout en 2 laurierblaadjes een goede court-bouillon) en 2 2-1/2 dl witte wijn.
Houd de kreeften (met samengebonden scharen) in een grote bak met water en zout levend tot het gebruik. Breng in een grote pan de court-bouillon met de wijn aan de kook. Terwijl het vocht borrelend kookt, pakt u de kreeften één voor één bij het kopborststuk en laat ze met de kop naar beneden in de kokende bouillon glijden. Sluit onmiddellijk de pan, laat het vocht zo snel mogelijk weer aan de kook komen en maak de kreeften gaar in 15 à 20 minuten. Laat ze in het kookvocht afkoelen, wanneer u ze koud wilt serveren. In het andere geval moet u ze direct na het koken verder klaar maken.
Behandeling
U legt de gekookte kreeft op een stevige ondergrond. Eerst verwijdert u de scharen. Om deze te kraken, hebt u een stevige kraker nodig, u kunt het ook eenvoudigweg met een hamer d~n. Dan overlangs, vanaf vlak achter de kop, de kreeft zelf door het pantser heen met een groot, stevig mes in twee helften verdelen. De kreeft nu omdraaien en ook het kopborststuk doorsnijden. De poten van het lijf wrikken en desgewenst bewaren ter garnering. Het gelatineachtige zakje in de kop van het beest verwijderen. De bruingroene lever en de kuit zijn eetbaar. U kunt deze het beste uit het lijf nemen en apart opdienen. Men kan het vlees nu gemakkelijk met behulp van een vork uit de schaal nemen en op diverse manieren serveren.