Een oud hulpmiddel om uw weg te bepalen
Een kompasnaald is eigenlijk een klein magneetje, dat door het aardmagnetisch veld altijd naar het noorden wordt gericht. Er bestaat een klein verschil tussen de magnetische en geografische noordpool, dit verschil noemen we ‘kompasfout’. De exacte kompasfout zult u op iedere topografische kaart aangegeven zien. Hoewel ze in onze streken zeer gering is, kunt u er toch rekening mee houden. Als uw kompas een draaibare ring heeft, stelt u deze zo in dat de kompasfout in acht wordt gehouden.
Bijzonder handig is een kompas die aangebracht is op een zogenaamde richtplaat. Vooral wanneer u met de kompas op uw routekaart de juiste richting wilt uitzetten.
Daartoe legt u eerst uw kaart in noordzuidrichting. U bepaalt uw positie en uw bestemming, en verbind deze met een lijn. De richtplaat op deze lijn leggen. Dan het kompas zo draaien, dat de noord-zuidrichting overeenkomt met die van de kaart. Kaart en kompas nu draaien tot de richtlijn wijst naar een markant punt in het landschap (bijvoorbeeld een grote boom). U kunt nu op uw kaart de lijn trekken die naar dat punt loopt.