Kweken en verzorgen van Rozen

roosPlant rozen op een goed gedraineerde plaats, beschut tegen harde wind, waar ze dagelijks ten minste 5-6 uur zon ontvangen. De bodemgrond moet voor de meeste soorten goed vruchtbaar zijn. Een lichte kleigrond is het beste, maar minder goede grond kan met organische en anorganische mest worden verbeterd. Ze kunnen op elk gewenst tijdstip tussen oktober en april worden geplant, mits het weer goed is. De onderlinge afstand is in een rozenperk van floribunda’s en theehybrides 45 cm; parkrozen zet u 1,25-1,50 cm uit elkaar, dwergrozen 15-25 cm, stamrozen 1 m en leirozen 2,25 cm.

Het plantgat maakt u 35 cm breed en minstens net zo diep; de wortels moeten in elk geval recht omlaag kunnen hangen. De oculatieplaats moet ca. 7 cm onder de oppervlakte blijven. Dit laatste dient ter bescherming tegen vorst en gaat bovendien de vorming van wilde uitlopers vanuit de onderstam tegen. Druk de aarde bij het vullen van het plantgat stevig aan, maar zorg ervoor dat u niet ook de plant naar beneden duwt. Stamrozen hebben door hun vaak meer zijwaarts groeiende wortels een groter plantgat nodig. Bovendien moet u deze vlak langs de stam een steun geven.

Bij droog weer moet u rozen bij de wortels veel water geven: bij voorkeur ‘s morgens en eenmaal in de week. Tijdens de groeien bloeiperiode geeft u nu en dan wat kunstmest, maar de voornaamste voedingsbron moet de met stro vermengde organische mest zijn, die ‘s winters in de grond wordt gewerkt.
Tijdens de bloeiperiode moeten uitgebloeide bloemen geregeld worden uitgeknipt en wel even boven het eerste naar buiten wijzende vijftallige blad van boven af. Er zal zich dan in de bladoksel een nieuwe knop ontwikkelen.

Snoeien

Bedenk bij het snoeien dat er twee typen rozen zijn: rozen die op het jonge hout bloeien en rozen die bloeien op het hout van het vorige jaar (vooraloude soorten en rankende rozen). Het eerstgenoemde type snoeit u in het voorjaar tegen de tijd dat de groei weer begint, het tweede direct na de bloei. Dood of ziek hout moet op elk moment van het jaar worden verwijderd. Alle in het najaar of in de winter geplante rozen moeten vroeg in het daaropvolgende voorjaar worden gesnoeid. Laat geplante rozen snoeit u direct.
Het snoeien moet zo dicht mogelijk boven een naar buiten wijzende knop gebeuren en met een gladde, afgewerkte snede.