Lakken met polyurethaan

Gebruik een stevige, uit twee losse componenten samengestelde polyurethaanlak op vloeren, tafels en andere oppervlakken die veel te verduren hebben. Voor minder belaste oppervlakken volstaat een lak waarin de twee delen (lak en harder) al in de fabriek zijn gemengd. Er zijn ook gekleurde polyurethaanlakken; ze zijn sterk en laten, ondanks hun kleur, de draad van het hout zichtbaar. De meeste merken zijn verkrijgbaar in drie soorten: glanzend, maten halfmat (satijn; eiglans). Volg bij het mengen van polyurethaanlak in twee componenten de aanwijzingen van de fabrikant.

Verwijder alle sporen van een
eventuele eerdere deklaag door schuren of afbijten. beschadigingen op met een speciale polyurethaanvuller. Schuur het oppervlak met fijn schuurpapier. Verwijder alle stof met stofzuiger en vochtige doek.

Aanbrengen van de lak
Werk met een goede ventilatie en zonder open vuur in de buurt. Gebruik een schone kwast van natuurlijk haar. Laat de lak onverdund. Breng de eerste laag dwars op de draadrichting aan en alle volgende met de draad van het hout mee. Laat de lak een nacht drogen.
Schuur de eerste laag vervolgens voorzichtig op met fijn, droog schuurpapier, maak stofvrij en breng de volgende laag aan. De laatste laag moet eveneens worden geschuurd om hoge puntjes te verwijderen. Daarna het oppervlak met de draad mee bijwrijven met staalwol 00 of 000.

Bij gebruik van gekleurde polyurethaan moet de eerste, bij voorkeur blanke laag worden aangebracht met een linnen doek. Deze laag minstens zes uur laten drogen en dan, als boven, verder lakken met de kwast.
Het aantal lagen is afuankelijk van de omstandigheden. Voor nieuw hout zijn doorgaans twee lagen voldoende; belaste oppervlakken krijgen er drie.