Lattenweefsel

De latten in een lattenweefselonder pleisterwerk hebben meestal een onderlinge afstand van 40 of 60 cm, gemeten van hart tot hart. Zoek ze op door met een (beklede) hamer lichtjes op de muur te kloppen: de latten zitten op de plaatsen waar het geluid niet hol klinkt. Zoek de exacte positie van de latten door met een dun boortje vlak boven de plint een of meer gaatjes te boren. De latten kunnen ook gelokaliseerd worden aan de hand van de spijkers waarmee een plint is vastgezet of met behulp van speciale elektronische of magnetische instrumenten. Deze meten respectievelijk de dichtheid van de wand of de aanwezigheid van spijkers in het lattenweefsel.

Overigens komt dit type lattenweefsel in de moderne bouw steeds minder voor.