Dit zijn de armen en benen. Een been bestaat uit het bovenbeen, het onderbeen en de voet met tenen. Tussen het bovenbeen en het onderbeen vindt men de knieschijf vóór het kniegewricht. De arm omvat de bovenarm, de onderarm en de hand met vingers. Tussen bovenarm en onderarm bevindt zich het ellebooggewricht. In het been bevinden zich de volgende botten: dijbeen, scheenbeen en kuitbeen, voetwortelbeentjes, middelvoetsbeentjes en teenkootjes. In de arm vindt men: opperarmbeen, spaakbeen en ellepijp, handwortelbeentjes, middelhandsbeentjes en de vingerkootjes.