Maten en gewichten werden en worden ontleend aan de natuur en ook vaak aan het menselijk lichaam (denk aan: duim, voet, el). Al in de oudheid realiseerde men zich dat standaardisatie van groot belang was. Vooral toen volkeren handel gingen drijven. In het overgrote deel van de wereld wordt nu gewerkt met het metrieke stelsel, dat decimaal is opgebouwd.
In Nederland is het wettelijk verplicht te werken met het Internationale Stelsel van Eenheden (SI), met
als eenheden voor lengte en gewicht de meter en de kilogram.
Toch wordt een aantal oude maten en gewichten nog steeds gehanteerd.
Enkele voorbeelden:
duim = ca. 2,5 cm;
el = ca. 68 cm;
palm = 1 dm;
streep = 1 mm;
bunder = 1 ha = 10000 m2;
roe = 1 a = 100 m2;
stère of wisse = 1 m3;
mud = 1 hl;
schepel = 1 dal;
anker = ca. 0,4 hl;
ton = 1000 kg. . Ook in de nautische wereld worden nog afwijkende oude maten gebruikt:
zeemijl = 6080 ft = 1853 m;
registerton = 100 ft’ = 2,832 m3;
knoop = 1 mijl/uur = 1,85 km/uur.
Alom bekend is natuurlijk dat men in Groot-Brittannië (en op zeer kleine schaal in enkele landen van het Britse Gemene Best) nog het Angelsaksische stelsel heeft, hoewel daar in de komende jaren ook waarschijnlijk steeds meer een eind aan zal komen.
Enkele equivalenten:
foot (= 12 inch) = ca. 0,3 m;
yard (= 3 ft) = ruim 0,9 m;
mile = ca. 1,5 km;
ounce = bijna 30 g;
pound = ca. 0,5 kg.