Niemand kan zien in totale duisternis. Maar met het geringste spoort je licht zien de meeste mensen nog wel iets. Dat is te danken aan het feit dat het oog een stof produceert die rodopsine of ‘visueel purper’ wordt genoemd. Deze stof wordt bij zwak licht afgebroken in stoffen die bood-schappen naar de hersenen doorgeven. Nachtblindheid is een zeldzame aandoening en treedt op als het oog geen rodopsine produceert. Daardoor vermindert het gezichtsverDlogen bij slecht licht.
Ernstige ondervoeding, waardoor een gebrek aan vitamine A ontstaat, noodzakelijk voor de vervanging van rodopsine, is een van de oorzaken.
Een andere oorzaak kan een zeldzame erfelijke ziekte, retinitis pigmentosa, zijn. Na tien tot vijftig jaar eindigt deze afwijking in blindheid.
Een arts moet de diagnose stellen als men langdurig bij slecht licht te weinig ziet in vergelijking met andere mensen.
Constateert de oogarts retinis pigmentosa dan kan hij hieraan niets meer doen dan de patiënt begeleiden. De erfelijke variant van de ziekte kan niet worden voorkomen. Als de afwijking in de familie optreedt, kan men vóór het verwekken van kinderen naar een genetisch specialist gaan.
Gebrek aan vitamine A kan worden voorkomen door een verstandig dieet met melk, vis en groenten. In de praktijk treedt vitamine A-gebrek alleen op bij zeer ernstige ondervoeding, zoals men die aantreft in sommige ontwikkelingslanden.