Hoewel New York City geen regeringscentrum is (de hoofdstad van de Verenigde Staten is Washington en de staat New Vork wordt bestuurd vanuit Albany), is het toch de voornaamste stad in het machtigste land ter wereld. Als hoofdstad van het kapitalisme, zenuwcentrum op het gebied van handel en media, nummer één van de financiële wereld, zetel van de Verenigde Naties, is New Vork de ontmoetingsplaats van alle volken geworden, een modern Babylon, de meest kosmopolitische stad van de planeet. De hele wereld ziet toe in verrukking, maar voor een brave burger uit de Midwest is het eerder een schrikbeeld: de vergaarbak van enorme fortuinen, het paradijs van handel, kunst en media, is tegelijkertijd een oord van losbandigheid, drugs, armoede (één miljoen bijstandstrekkers), misdaad (650 moorden per jaar), wanhoop (800 zelfmoorden per jaar) en psychiàters.
De Hollanders vestigen zich als eersten op het eiland Manhattan (dat ze voor slechts vierentwintig dollar van de Indianen gekocht hebben) en stichten er Nieuw Amsterdam. In 1664 echter maken de Engelsen zich van de stad meester en veranderen de naam in NewYork.
Deze luisterrijke stad wordt op vele plekken door het oceaanwater omspoeld, waardoor ze voor de rest van de wereld gemakkelijk bereikbaar is. Grote eilanden (Long Island, Staten Island) schermen de weidse baaien af tegen de branding, maar er liggen ook legio kleine eilandjes, zoals dat waar het Vrijheidsbeeld op staat, het aangrijpende symbool dat New York voor miljoenen immigranten tot de toegangspoort van het Beloofde Land maakte.
Het feit dat New York op eilanden gebouwd is, leidt tot buitengewoon grote sociale verschillen tussen de diverse wijken. New York is de grootste zwarte, de grootste Portoricaanse, de grootste joodse, de op twee na grootste Ierse en de op drie na grootste Italiaanse stad ter wereld. Daarnaast zijn er nog Griekse, Russische en Chinese wijken (Chinatown). In dit vat vol tegenstrijdigheden zijn volken en individuen, in hun jacht op macht, roem en rijkdom, dagelijks in een felle concurrentiestrijd verwikkeld.
In 1898 leidde de samenvoeging van vijf boroughs tot het ontstaan van New York City, dat toen 3440000 inwoners telde. Rond 1960 werd het met 8090000 inwoners de grootste stad van de wereld. Maar de industrieën verdwenen en de middenklassen verhuisden naar de vriendelijker, van groen voorziene voorsteden, zodat het inwonertal in 1990 tot 7320000 gedaald was, terwijl het percentage zwarten was toegenomen van 13% in 1950 tot 38% in 1980.
– Manhattan is de stadskern, het zakencentrum, en de enige borough die door de toeristen bezocht wordt.
– De Bronx, in het noorden, is het toevluchtsoord voor Spaanstalige immigranten (de Hispanics) en vangt tevens de overbevolking van Harlem op. De nauwelijks geschoolde bewoners (45% Portoricanen en 40% zwarten) leven er in krotten.
– Queens is een saaie slaapstad voor de middenklassen, waar zich langzamerhand steeds meer beter gesitueerde zwarten komen vestigen.
– Brooklyn was in 1898 de joodse wijk. Na het vertrek van de joden namen de Ieren en Italianen hun plaats in, maar ook zij verlaten nu hu!) huizen, die dit keer betrokken worden door de zwarten.
– Richmond, de voor 80% blanke woonwijk met zijn ruim bemeten villa’s, werd pas ontsloten na de aanleg van de Verrazanobrug.
Bij gebrek aan ruimte in de stad of om de belasting te ontvluchten (vanwege de hoge sociale lasten heeft New York de zwaarste belastingdruk van de Verenigde Staten) hebben de industrieën zich thans aan de overkant van de Hudson, in New Jersey, gevestigd. Hier vindt men met name de vervuilende industrieën, zoals raffinaderijen, cementfabrieken, elektriciteitscentrales en chemische fabrieken. Met inbegrip van de inQustriële voorsteden (Jersey City, Hoboken, Newark, Passaic, Garfield, Paterson) telt de gehele agglomeratie in totaal meer dan 18 miljoen inwoners.
New York airports
JFK – John F. Kennedy International Airport
LaGuardia Airport (LGA)
Newark International Airport (EWR)