De meeste auto’s hebben tegenwoordig een waarschuwingslampje voor een defect in het remsysteem. Licht dit op tijdens het rijden, dan kunt u het beste zo snel mogelijk aan de kant gaan. Doe de waarschuwingsknipperlichten aan en probeer te remmen. Kunt u het pedaal geheel intrappen, dan krijgt u door ‘pompen’ (enige malen achtereen pedaal indrukken en weer op laten komen) vaak nog druk in de remleidingen, zodat de auto remt. Als dit niet lukt, kunt u alleen op de motor afremmen en “daarbij (voorzichtig!) de handrem aantrekken.
Nadat u tot stilstand bent gekomen, zet u de motor af en controleert u het peil van de remolie in het daarvoor bestemde, gewoonlijk doorzichtige reservoir. Een gering vloeistofverlies is normaal, maar als het peil veel te laag is, zal er sprake zijn van een lek. Laat eerst een deskundige (automonteur, Wegenwacht) beoordelen of het verantwoord is nog naar huis of een garage te rijden. De meeste moderne auto’s beschikken over gescheiden remcircuits, zodat men bij problemen vaak toch nog over een redelijk remvermogen blijft beschikken. Laat een eventueel defect direct verhelpen.
Algemeneremproblemen
Wie zijn auto bij een goede garage geregeld laat onderhouden, zal niet snel met een remprobleem worden geconfronteerd. Hierna volgen enkele veel voorkomende moeilijkheden met remmen en wat u dan te doen staat.
Rempedaal voelt ‘sponzig’ aan; de auto remt pas goed na ‘pompen’. De remmen zijn niet goed ontlucht. U moet het hydraulische systeem (laten) ontluchten. Ook kan de hoofdremcilinder defect zijn. Deze moet dan worden vervangen.
De auto trekt bij het remmen naar één kant. De bandenspanning is niet goed, de remmen zijn ongelijk afgesteld, de remvoering is vet of een wielremzuigertje zit vast. U moet: de bandenspanning meten, de remmen bijstellen, een nieuwe remvoering monteren en eventueel nieuwe oliekeerringen, de wielremzuigertjes controleren en eventueel repareren of vervangen.
De auto remt pas af als er harder op het rempedaal is getrapt dan voorheen nodig was. De remvoering is versleten, niet goed afgesteld of van het verkeerde type, de wielremzuigertjes zitten vast of de rembekrachtiger (lang niet altijd aanwezig!) werkt niet. Remvoering in orde maken, wielremcilinders repareren of vernieuwen, rembekrachtiger controleren.
De remmen blokkeren onverhoeds. Vervormde of gescheurde trommels of schijven. Defecte onderdelen vervangen.
De remmen worden heet. De remsegmenten lopen aan of er is te langdurig geremd, bijvoorbeeld bij een afdaling. Segmenten afstellen, remmen af laten koelen door de auto stil te zetten.