onderhoud en gebruik van Soldeerbrander

Een soldeerbrander verbrandt butaanof propaangas bij een temperatuur van ruim 1600 .C. Hij kan worden gebruikt voor het solderen van koperen installatiepijp, voor hardsolderen en voor het afbranden van verf -maar bijv. ook voor het ontdooien van bevroren waterleidingen. Gebruik in dat laatste geval wèl een vlamverdeler.

De belangrijkste onderdelen van een soldeerbrander zijn de gaskraan, de vlampijp en de branderkop. Ze zijn meestal van messing of, bij de goedkopere modellen, van aluminium. Sommige soldeerbranders worden, met een slang, aangesloten op een gasfles; andere worden op losse (wegwerp) tankjes of gaspatronen geschroefd. In dat laatste geval is het kraangedeelte voorzien van een pen die het tankje doorboort.

Draai de kraan een kwartslag open (van 9 op 12 uur, met een klok vergeleken). Stroomt het gas, draai de kraan dan terug naar 10 uur om het gas veilig te kunnen aansteken. Doe dat met lucifer of aansteker bij de opening van de branderkop.

De standaardkop van een soldeerbrander geeft een potloodvormige vlam, waarvan het heetste punt op ongeveer eenderde van de branderopening ligt. Draai de kraan naar 3 uur en ga dan aan het werk. Voor het afbranden van verf en dergelijke zijn speciale branderkoppen verkrijgbaar, die een veel bredere vlam geven. Op zulke branders kan dan desgewenst nog een vlamverdeler worden gezet.

Als de soldeerbrander na het karwei voldoende is afgekoeld, moet hij met een doekje worden schoongemaakt. Roest verwijderen met fijn schuurpapier; het uiteinde van de brander schoonmaken met een fijne staalborstel.

Bij sommige soldeerbranders zijn maatregelen getroffen zodat de vlampijp niet verstopt kan raken. Is dat niet het geval dan kan de pijp gereinigd worden in alcohol.

Bij niet-gebruik moet u de soldeerbrander losmaken van de gasfles of de gastank.