Pleisterwerk repareren

Vergroot een scheur in pleisterwerk met behulp van een schroevedraaier. Als de scheur breder is dan 6 mm, vergroot ze dan zo, dat ze onderaan het breedst is. Haal los materiaal weg en reinig de scheur eerst met een oude kwast; vul de scheur met een vulmiddel en strijk het glad met een plamuurmes.

Controleer bij een gat eerst of de onderliggende tengellat nog intact is. Is dat het geval, verwijder dan verkruimeld materiaal en zorg ervoor dat de randen van het gat taps naar binnen lopen. Maak de randen van het gat nat en breng een hechtmiddel aan. Vul vervolgens het gat van de rand af aan tot op de helft met een vulmiddel voor pleisterwerk. Maak het vlak met een plamuurmes en laat het 24 uur drogen. Bevochtig dan het oppervlak van het gedroogde vulmiddel en breng een tweede laag aan; maak ze gelijk met het pleisterwerkoppervlak.

Als de tengellat gebroken is, zaag dan het beschadigde gedeelte uit met een schrobzaag. Maak de randen van het gat schoon en laat ze naar binnen toe hellen. Knip een stuk fijn metaalgaas, iets groter dan het gat, en steek er een stuk metaaldraad doorheen. Zet het gaas in het gat en druk het stevig tegen de binnenkant. Draai het metaaldraad om een potlood of iets dergelijks, om het gaas in positie te houden. Maak het gat nat en breng een hechtmiddel aan.

Smeer royaal
wat vulmiddel over het gat en zorg ervoor dat het ook doordringt tot in het metaalgaas. Laat alles goed drogen. Verwijder potlood en metaaldraad en werk de reparatieplek af met een laatste laag vulmiddel.

Werk af door de reparatieplekken op te schuren met fijn schuurpapier en vervolgens te schilderen.