Praatpalen

Langs de meeste autosnelwegen en enkele provinciale wegen staan praatpalen, waarmee een gestrande automobilist rechtstreeks in contact kan treden met een wegenwachtstation. Aan de hectometerpaaltjes langs deze wegen zitten gele verwijzingsbordjes, die aangeven in welke richting u de dichtstbijzijnde praatpaal aantreft. De praatpalen staan op een onderlinge afstand van ca. 2 km.

Op de praatpaal staat aangegeven hoe u zich moet melden: u moet tussen de ‘oren’ gaan staan, op de knop drukken en wachten tot de wegenwacht u toespreekt. Bent u doof, dan drukt u op de knop, wacht ca. 5 seconden en zegt: ‘Ik ben doof en heb hulp nodig. Wilt u komen?’ Herhaal dit enige malen en wacht dan op de wegenwacht, die zeker zal komen.