Voor een zelfgemaakt quiltraam zijn 4 lengten hout nodig (5 X 2 cm): 2 dwarslatten (breedte werkstuk + 30 cm extra voor bevestiging) en 2 geleiders (60 à 90 cm). Verder 2 schragen, montageklemmen (15 cm), 2 stroken singeloond (5 à 8 cm breed).
Schuur de latten glad. Bevestig het singelband met nietjes of punaises aan de dwarslatten. Spreid de geregen quilt op de grond uit, bepaal het midden van de zijkanten en naai deze vanuit het midden met rijgsteken aan het singelband vast. Rol het werkstuk strak en gelijkmatig op de dwarslatten, zodat het middengedeelte gequilt kan worden. Leg de geleiders op de schragen en zet ze met de montageklemmen vast. Bevestig de dwarslatten aan de geleiders en zorg ervoor dat de quilt strak en recht blijft zitten. Speld om de 8 cm de kanten van de quilt met keperband aan de geleiders vast; sla het band om de geleiders.
Als het opgespannen werkoppervlak gequilt is, haalt u de gespelde banden los en rolt u het gequilte deel op een dwarslat. Bevestig de kanten opnieuw, werk aan het tweede deel en ga zo door tot het klaar is.