De bergkaas Raclette werd oorspronkelijk alleen in het kanton Wallis gemaakt. In de winter was deze kaas de belangrijkste eiwitbron voor de bevolking. Men verwarmde één kant van de kaas boven een houtvuur, waardoor de kaas smolt en het laagje gesmolten kaas met een mes kon worden afgeschrapt.
Veel buitenlanders hebben tijdens vakanties deze kaas leren kennen en daarom wordt Raclette nu in heel Zwitserland en ook in Frankrijk gemaakt. De kaas is vrij zacht en heeft een kruidig en mild aroma. Men serveert er in de schil gekookte of gepofte aardappelen en augurkjes of zilveruitjes bij.
Het is vanzelfsprekend ook mogelijk om andere kaassoorten te gebruiken voor een Raclette-maaltijd; de echte Raclette is er echter het meest geschikt voor.
Tegenwoordig worden voor Raclette meestal speciale Raclette-stellen gebruikt; u kunt ze gewoonlijk huren via uw kaaswinkelier. U kunt ook eenvoudigweg uw gourmetsel gebruiken.
Als u met vier personen van een Raclette-avondje wilt genieten, hebt u nodig: 800 g Raclettekaas, 800 g kleine, in de schil gekookte aardappelen en enkele bijgerechtjes zoals zilveruitjes, mixed pickles, ingelegde maiskolfjes, augurkjes, ingelegde cantharellen enz.
Gebruikt u uw gourmetsel voor de Raclette, snijd dan de kaas tevoren in 2-3 mm dikke plakken ter grootte van de pannetjes. Ieder legt een plak kaas in zijn pannetje en laat deze smelten. De gesmolten kaas wordt daarna samen met de aardappel en een keuze uit de bijgerechten gegeten.
U kunt ook, naar eigen smaak, plakjes ontbijtspek, gebakken uiringen, reepjes papl:ika of tomaat in de pannetjes bakken en daarna met kaas bedekken.