Reisverslag Amsterdam

Een stad waar menig bestuurder zijn tanden al op heeft stukgebeten. Geen stad waar je zoveel parkeerboetes kunt oplopen. Je vindt er meer Chinese restaurants dan in de hele provincie Drente. Met een beetje geluk blijven sommige café’s bijna net zo lang open als in België. Acht Spaanse restaurants, talloze coffeeshops en uitzendbureaus, popconcerten, een van Goghverzameling, tweedehands grammofoonplaten, boetieks, yoga, macrobiologische restaurants. ..Als je die allemaal achter de rug hebt, beginje eigenlijk pas want als het om gekke, leuke, alternatieve en verrassende belevenissen gaat ben je in Amsterdam nog niet klaar.

 

eenvoudige stad

‘t Is eigenlijk een heel simpel stadje dat Amsterdam en lang niet zo groot als je denkt. Ja, als je een uitgebreid stadsplan koopt, slaat de schrik je om je hart. Op de kaart woekert Amsterdam alle kanten uit: Osdorp, Watergraafsmeer, Noord, Bijlmermeer, Buitenveldert… Van al die uitwassen hoef je je niets aan te trekken. Doe maar net of ze niet bestaan. ‘t Zijn slaapvoorsteden waar ‘s avonds tussen de flats weinig meer te doen valt dan naar de straatverlichting kij ken. De Bijlmermeer is misschien nog wel boeiend om met de bus doorheen te rijden. Vooral bij regenachtig weer zien die eindeloze rijen flats van twaalf hoog er behoorlijk beklemmend uit.

Amsterdam zit nóg eenvoudiger in elkaar dan je dacht, want je kunt niet alleen de voorsteden vergeten maar ook grote delen van Amsterdam zelf.

Iedereen die uitgaat, inkopen doet, gaat eten, naar concerten gaat en zich prettig wil voelen, blijft binnen de grachtengordels. Een gebied dat simpelweg met Centrum aangeduid wordt. Daarbuiten is niets en zo er wat is ligt het doorgaans toch pal tegen het centrum aan. Neem de Stadhouders kade maar rustig als buitenste rand van de cirkel waarbinnen je je beweegt in zuidelijke richting. De andere kant uit houdt Amsterdam bij het Centraal Station op. Je kunt even met het gratis pontje over het IJ maar je bent nog geen vijfhonderd meter verdergelopen of je draait je weer om en zoekt snel weer de binnenstad op.

te klassiek

Als je met de trein over Utrecht naar Amsterdam gaat, sta je twee keer voor niets op omdat je denkt dat je er al bent. Je stopt eerst bij Amsterdam-Amstel (industrieterrein en woonwijken), daarna bij Amsterdam-Muiderpoort (oude woonwijken) en dáárna pas bij Amsterdam-Centraal Station.

Als je ‘s ochtends om acht uur of’s middags om vijf uur aankomt, krijg je een indruk hoeveel mensen tegelijk zich in treinen en trams proberen te persen. Dat zijn er zoveel dat je je afvraagt waar de rest van de Nederlandse bevolking nog kan uithangen. In de tram zw je afgrijselijke verwensingen te horen krijgen omdat iedereen zijn schenen aanje koffer stoot of er zijn kousen aan ophaalt. Laat dat maar deemoedig over je heen gaan, een taxi krijg je rond die tijd toch niet.

Heb je geen bagage bij je, gaje natuurlijk lopen. Het duurt nog geen 10 minuten om bij de Dam te komen. Als je op je kaart kijkt zie je dat je vanaf het station rechtdoor kunt lopen naar de Dam. Maar dat is dan wèl het Damrak, dé grote klassieke route waar iedere buitenlander intrapt. Zo loop je alleen als je haast hebt of niet beter weet. Een stuk weg waarlangs niets anders liggen dan drugstores, quick-restaurants ‘Hal bes Hänchen mit Gemüse’, kantoortjes met ‘Marken and Volendam’, ‘See the Dutch’ en de rest kun je wel raden. Als je op zoek bent naar een goedkope bus of een vliegbiljet enkele reis New Vork moet je juist wel het Damrak kiezen. Op nummer 66 is de American Express, een gratis advertentieplaats voor voornamelijk Amerikaanse jonge toeristen, die soms dagen achtereen voor de etalage staan in de hoop hun auto’s, vliegtickets, gitaren en net beslapen rugzakken aan de man te brengen. ‘s Ochtends om negen uur zul je ze even missen. Dan is er een rondleiding met gratis bier na in de Heineken Brouwerijen. Sorry, Nederlanders kunnen daar geen gebruik van maken. Je moet je paspoort laten zien.

de nieuwe klassieker 1

Dus niet vanaf het Centraal rechtdoor lopen naar de Dam en verder naar het Leidseplein. Maar hoe dan wel? Links van het station staan stukken metro in aanbouw in de weg. Even moed verzamelen, e! omheen of tussendoor, en je zit al in een leuk stuk Amsterdam. Gelukkig is niet alles van de Nieuwmarkt met zijn Waaggebouw verdwenen. Er liggen nog hele leuke grachtjes, bruggetjes, dwarsstraatjes en kruip door sluip door gangetjes. De Zeedijk en Gelderse kade liggen ook binnen handbereik. Een gebied dat je, in 1978 tenminste, uitsluitend lopend of fietsend kunt betreden. Hoewel ik me verbeeld Amsterdam op mijn duimpje te kennen, heb ik meer dan eens knarsetandend halt moeten houden met de auto als de metrobouwers weer een nieuwe versperring hadden opgeworpen of de gemeente een nieuw verbodsbord had neergezet.

de pleinen

Het Leidseplein en Rembrandtplein zijn begrippen die niet meer uit het Amsterdamse avondleven weg te denken zijn. Maar ze dienen al zó lang als uitgaanscentra dat ze moe zijn geworden. Als je een avond op zij n Amsterdams uit wilt moet je niet op een van de twee pleinen zijn. Mensen die het weten gaan een paar straten verderop waar een nieuwe subcultuur aan café’s, dancings en eethuisjes ontstaan is. De Melkweg op het Leidseplein blijft natuurlijk de moeite waard voor iedereen die van iets alternatièfs kennis wil nemen. Op een steenworp afstand ligt Paradiso. Erg goed voor popconcerten maar biedt verder niet veel omdat je waarschijnlijk toch niet van plan bent je hele vakantie te besteden aan de een of andere cursus. ‘s Zomers bij goed weer wordt de voetgangerscarré op het Leidseplein volgezet met tafeltjes en stoelen. Vanuit een aantal omliggende café’s wordt bediend. Even voorbij het Leidseplein, aan de Lijnbaansgracht, ligt de Continental Bodega. In de wandeling Sherry Bodega geheten omdat sherry in alle mogelijke soorten het voornaamste drankje is. Bier bijvoorbeeld tappen ze niet. Om halfeen ‘s middags en na werktijd tot halfacht zit het afgeladen met mensen die op of in de buurt van het plein werken. Je zit er echter heel prettig en rustig tussen half drie en vijf. Er zijn drie étages, veel houten balken, houten sherry tonnen en een massa lekkere hapjes. Amerikanen zijn gewoonweg wild op het ouderwetse en nog originele interieur. Gelukkig zijn er ook veel Nederlanders die er net zo over denken zodat de verhouding gelij k blijft. Op de hoek uidse kade / Prinsengracht staat café De Pieper. Een geliefkoosd verzamelpunt voor ieder die in de reclame zit. Er komen veel meisjes die beweren belangstelling voor deze beroepen te hebben. ‘s Zomers staat iedereen met zijn glas buiten de deur op de stoep. Een gewoonte die je bij veel café’s zult aantreffen. Bij café Hoppe op het Spui, al ligt dat dan niet direct bij het uidseplein, behoort het ook tot de goede gewoontes om voor de deur je glas te drinken. Er komen veel studenten die tijdens het converseren of aansteken van hun pijp hun glas in de borstzak van hun colbert steken. Als je die gewoonte persé wilt navolgen, trek dan een ouderwets Engels tweedjasje aan. Anders scheurt je borstzak uit. Wat voor de Sherry Bodega geldt geldt ook voor Hoppe: ouderwets interieur, veel houten vaten met opschriften van wat er vroeger inzat en een met zand bestrooide vloer. Alerte obers met vaardige tongen. Probeer maar niet leuk tegen ze te zijn; ze winnen met een straatlengte van je.

meer kroegen en café’s

Binnen de grachtengordels tel je zeker 400 café’s. De prominente kroegen die daarbuiten liggen even terzijde gelaten. De journalist Ben ten Holter heeft ze na maanden achtereen gestaag doordrinken allemaal bezocht en beschreven in zijn ‘Nieuw Amsterdams Kroegenboek’. Simon Carmiggelt, toch ook geen onbekende in de ouderwetse bruine café’s, zei dat de schrijver moedig door een oceaan van alcohol was gezwommen. Een bijzonder handig werkje: de Kr oege nwij ken zijn genummerd van A tot en met L. De letter D bijvoorbeeld slaat op ‘uidseplein en omgeving’. In wijk D kun je in 34 gelegenheden terecht. Ten Holter vertelt wat voor soort zaak het is, hoe uiterlijk en sfeer zijn en welk soort mensen zich er al dan niet thuis voelen. Het nadeel van zo’n boek is dat de café’s soms niet meer aan de beschrijving voldoen of opgeheven zijn. Als ik snel langs de lijst van 37 cafés rond het uidseplein loop, houd ik de volgende vermeldenswaardige over: De Tap, Prinsengracht 476, waar je aan Singernaaitafeltjes met nog draaibare voetaandrijving zit. Een café waar alles gedaan is om de sfeer zeer bruin te houden. De Bamboo Bar waar regelmatig sessions worden gehouden. Publiek: artiesten, studenten en toeristen. Gemiddelde leeftijd tussen de 25 en 40 jaar. D’66 minister Gruyters zwaaide hier eens de scepter. Geopend van 20.00-2/3 uur. Adres Lange uidsedwarsstraat 64. Een bezoek aan café Reynders, uidseplein nr. 6, is zoiets als een bedevaart maken. Heel Amsterdam dat pretendeert iets met kunst of letteren te maken te hebben klontert in dit rommelige café dat erals-eenwachtkamer uitziet samen. Misschien vind je het er helemaal niet leuk maar je kunt Amsterdam niet bezocht hebben zonder bij Reynders te zijn geweest. Je mag nog eerder het Rijksmuseum overslaan. De Old lnn, Leidseplein 16, is meer een café om eens te bezoeken voor de curiositeit en als je geen dorst hebt dan om er als oprecht caféganger binnen te stappen. Vaak is het er zo vol dat het onmogelijk is achterin de zaak te komen. Dat wordt slag leveren voor je consumptie. Brittannia, Korte Leidsedwarsstraat 24, is een vrij drukke pub met nogal prijzig Engels bitter en lager. Je kunt er darts spelen. Meisjes alleen kunnen hier rustig binnenkomen. Voor jazzliefhebbers is Alto in de Leidsedwarsstraat 115 nog altijd een puik café om naar geweldig goeie muziek (van een bandrecorder) te luisteren. Na twaalf uur wordt het een hele opgave om er binnen te komen. Je mag blij zijn alsjejeeen muurplaats bij de deur kunt verwerven. Bij de Saloon op de hoek van de Korte Leidsedwarsstraat kom je door klapdeurtjes binnen en belandt in een wildwest interieur. Er schijnen veel cowboys en paardendieven in Amsterdam rond te lopen; het is er tenminste iedere avond vol. Café Jan Heuvel ligt op de hoek Spiegelen Prinsengracht. Adres: Prinsengracht 568. Jazz en hits in de jukebox, overwegend jong Amsterdams publiek dat buitenstaanders soms gruwelijk in de maling kan nemen. Ik vind het gemoedelijker en Amsterdamser dan de meeste zaken rond het Leidseplein. Dat zal wel komen omdat het deels nog de functie van buurtcafé heeft.

plein verderop

Vanaf het Leidseplein de Leidsestraat doorlopen, bij het Singel rechtsaf slaan, langs de bloemenmarkt (leuk voor overdag), de Munttoren, het beroemde Tuschinskitheater in de Reguliersbreestraat en je staat op het Rembrandtsplein. Naast de Rembrandtbioscoop liggen een paar uitstekende terrassen waar je ook bij kil weer kunt zitten dankzij de electrische verwarming boven je hoofd. Tussen het groen in het park kunje de groenige bronzen omtrekken van Rembrandt nog zien. Voor de bronzen Thorbecke moet je opstaan en naar het aanliggende Thorbeckeplein lopen. Het grootste gedeelte van Rembrandtsen Thorbeckeplein wordt ingenomen door nachtclubs en café’s met uitnodigende bediening. Max Tailleur zit er ook nog altijd.

In café Populair, Reguliersbreestraat SI, stuitje tussen de vrouwen die even uitblazen van het winkelen af en toe op typen die het kroegieven kleurrijk maken. Alsje ‘s ochtends om halfvier ondekt datje nog honger hebt kunje in de Halve Maansteeg ook om die tijd nog bij een broodjeszaak terecht. Je zult niet de enige zijn, dus je bestelling met wat stemverheffing plaatsen is niet overbodig. Het enige aardIge café dat ik in de omgeving van het Rembrandtsplein weet te vinden is De Favoriet in de Reguliersdwarsstraat 74. Een van de gezelligste acht tot twee zaken in de hele buurt. Ognibeni tegenover De Favoriet is een Italiaans proeflokaal dat wat inrichting betreft een nog vrij oorspronkelijke indruk maakt. Als je de Continental Bodega bij het Leidseplein overgeslagen hebt kun je hier tot 10/12 uur ‘s avondsje glas wijn, sherry of port drinken. Iets anders schenken ze niet.

markten

De ziel van een stad vind je op zijn markten wordt wel beweerd. Als dat waar is zulje in Amsterdam vele zielen aantreffen. De mooiste op de Albert Cuyp, Amsterdams vermaardste markt nu de markt op het Waterlooplein verplaatst is. Op de Al bert Cuyp, een van de weinige leuke di ngen buiten de grachtengordels, tref je die bonte mengeling van zowel nationaliteiten als koopwaar die een markt gezellig maken. Aangenaam ruikend is de bloemenmarkt op het Singel, die evenals de Albert Cuyp ook de hele week door open is, behalve zondag.  De nieuwe Waterloopleinmarkt die nu dicht bij de toe’ gangs weg naar de IJtunnelligt is gedevalueerd tot een gladde, gestroomlijnde rommelmarkt. Geen sfeer, geen gezelligheid en aan afdingen hoef je allang niet meer te denken. Dan kunje beter naar de maandagochtendmarkt bij de Noorderkerk in de Jordaan gaan.