Onontbeerlijk voor een bezoek aan Engeland is het stripboek’ Asterix en de Britten’ waaruit je kunt leren, hoe je je voor moet stellen en tijdens tea-time dient te gedragen. Ook heel nuttig is het boek’ Adriaan contra Olivier’ van Leonard Huizinga waarin je leert dat de voornaamste voortbrengselen van dit ongelukkige eiland Schotten, cricket en de z.g. stiffupper lip zijn. Ook leer je eruit dat je alles ‘jolly’ moet vinden en van tijd tot tijd ‘Oh rather’ en ‘definitely’ moet zeggen om niet uit de toon te vallen.
Over de Engelse keuken doet Huizinga ook een aardig boekje open: ‘Het Engelse ontbijt is de enige maaltijd die hier als zodanig mag worden bestempeld. Lunch en diner bestaan uitsluitend uit, in oud zeewater gekookte bastaardspruitjes, soms geserveerd met een enkel stuk dood vee, dat tussen het abattoir en jouw bord geen enkele verdere bewerking heeft ondergaan. Het enige werkelijk goed toebereide gerecht is de plumpudding, die geen pudding is maar een krententaart met een soortelijk gewicht van 12 kilo per vierkante centimeter en die voor het verorberen in brand gestoken wordt. Iets wat men in Engeland met alle spijzen. zou moeten doen.’
De auteur Peter Brusse, die zo lang in Londen heeft gewoond dat je hem niet meer serieus kunt nemen, maakt het nog bonter. Hij heeft een boek laten verschijnen, waarin hij simpelweg stelt dat Engeland helemaal niet bestaat. Volgens hem wonen er door een merkwaardig toeval nogal wat Engelsen op een eiland ten westen van Hoek van Holland.
Ik laat het maar bij deze uitspraken. Je begrijpt wel dat de hoeveelheid zinnige en onzinnige literatuur over Engeland zo groot is dat er toch geen opsommen meer aan is.
de ware
De Engelsen beschouwen zichzelf als de enige ware bewoners van Europa. Wij op het vasteland zijn slechts ‘continentals’. We zijn geen kwade kerels, hoor, vooral de Hollanders niet, waarmee ze van die fraaie zeeslagen geleverd hebben, maar Engelsen zijn we helaas niet. Datje geen Engelsman bent, kom je bij je binnenkomst al meteen te weten. Mensen in vormeloos tweed, bleke huid en rossige snorren, snellen langs de tourniquetten met het opschrift ‘Residents’. Een grote klont ‘foreigners’ dromt tezamen bij het bordje ‘Non-Residents’ waar men uiterst beleefd naar de reden van dit bezoek vraagt. Wie eenmaal opgelucht de douane gepasseerd is, loopt kans dat hij op slag overreden wordt omdat Albion niet rechts houdt, maar het verkeer aan de verkeerde straat zijde dirigeert.
altijd verkeerd
De misvattingen en misslagen die uit dit links houden voortvloeien zijn legio. Mijn broer schafte zich een Engels automobiel aan waarin het stuur zich natuurlijk aan de rechterzijde bevond. Nadat hij een geruite sportpet had gepast, een sweater van Schotse wol en zich na lang wachten met een snor getooid had, waagde hij zich aan zijn eerste rit. Eerst enkele keren aan de verkeerde zijde ingestapt en ongelovig naar het stuur getast, begreep hij dat je in een Engels automobiel aan de rechterzijde instapt. De volgende ochtend, na een stevig ontbijt met porridge, gestoofde niertjes, gerookte bokking en grote kommen thee met melk ondernam hij een nieuwe, geslaagdere, poging. Wel schaafde hij zich keer op keer de knokkels blauw omdat de versnellingspook zich links van hem bevond, zodat hij met kracht tegen het portier stootte, maar de auto die zich echt British sportief toonde, bleef beleefd voorwaarts gaan. Tot zijn niet geringe verbazing bleken alle automobilisten zich aan de snelheidsbeperking van 100 kilometer te houden, hoewel er heinde en verre geen politie te zien was. Nadat hij met grote moeite door een politie wagen werd ingehaald en tot stoppen gedwongen, werd het hem duidelijk dat de Engelsen niet alleen links maar ook in mijlen rijden. Hij spaart nu naarstig om het verschil in mijlen-kilometers voor de komende boete te overbruggen. Dat de Engelsen een paar jaar geleden overgestapt zijn op de decimale indeling van het pond zodat we ons niet meer wanhopig hoeven af te vragen hoeveel in vredesnaam ‘two and six’ mag bedragen, is een uitzondering zoals ook nooit meer in de Engelse historie zal voorkomen.
ondergronds
Zelfs een Schot neemt geen gratis consumptie meer vanje aan als Je hem Engelsman noemt en een inwoner van Wales vertikt het nog een woord Engels te spreken als je hem voor een Engelsman aanziet. Hij is een Welsh en om je dat te laten voelen, zal hij uitsluitend Welsh spreken, hetgeen je als Russisch of Fins in je oren zal klinken. In Wales hebben de Engelsen eeuwenlang als molien onder de grond gewroet op zoek naar steenkool en leisteen. Toen de mijnen uitgeput waren, bleven de Welsh met ontelbare gangen en grote zwarte molshopen zitten. Van de nood een deugd makend, hebben ze de Llechwedd Slate Cavern, een leisteenmijn in Noord-Wales omgebouwd tot toeristische bezienswaardigheid. Deze mijn is een onderdeel van het grote mijnencomplex bij Blaenau Ffestiniog in het Snowdonia National Park. Je merkt dat de Welsh medeklinkers dubbel schrijven. Met electrische treintjes wordt je naar de grote onderaardse zalen die uit 1846 dateren, gebracht. Je gaat tot zo’n 30 meter onder de grond. De totale lengte van de tunnels bedraagt zo’n 40 kilometer. Gelukkig is maar een klein deel ervan “in de bezichtiging opgenomen. Halverwege je rondrit gaat het electrisch licht uit en worden kaarsen ontstoken zodat je kunt zien hoe de mijn tot aan 1946 toe verlicht werd.
huifkar in wales
Omdat huifkartochten door Ierland erg in trek zijn, loop je kans dat je, bij laat boeken, ‘uitverkocht’ te horen krijgt. Nu is Ierland niet het enige land dat zulke tochten organiseert. Je kunt ook in Wales terecht. Het schijnt er zelfs minder te regenen dan in Ierland. Je kunt in Wales ook ponytrektochten maken. Bedenk wel dat een pony een stuk kleiner is dan een paard. Mensen met lange benen zouden een overhaaste ponykeuze misschien moeten bekopen met een week lang met opgetrokken knieën rijden of hun schoenzolen aanzienlijk laten afslijten. Je kunt het beste even langsgaan bij de British Travel Authority op het Leidseplein in Amsterdam om je op ponygeschiktheid te laten meten en routes en verhuuradressen voor huifkartochten en ponyverhuur te vragen.
echt brits in yorkshire
Als je ‘n echte Britse vakantie wilt houden zonder meteen in afgezaagdheden als het aflossen van de wacht voor Buckingham Palace te vervallen, kun je een bezoek gaan brengen aan het middeleeuwse stadje York. Voor de stadspoorten kun je je auto wel ergens kwijt, want het oude Vork is allerminst op automobilisten ingesteld. De meeste straten zijn uitsluitend bestemd voor