Reisverslag Italie

Als je de heer Enrico Pancheri, assesor voor het toerisme van het gewest Trentino (Gardameer en de Dolomieten om de ligging even aan te geven) mag geloven, kunje in Trentino in iéder seizoen je vakantie doorbrengen. Een bewering waarmee je niet erg veel opschiet als je weet dat iedere directeur van een toeristenorganisatie uit een streek die ‘s winters niet al te koud is zo’n bewering vol overgave verkondigt. Ik laat het aan het Italiaans Verkeersbureau in Amsterdam over om je te laten zien hoe prachtig Trentino .wel is. Ze hebben inderdaad ontroerend mooie fotoboeken over de streek.

Er komen enorm veel Nederlanders. Sommige mensen vinden het prettig om met een hele groep landgenoten op een camping te staan. Anderen gruwen ervan. Er komen zelfs nog meer Duitsers dan Nederlanders met als gevolg dat de toeristische voertaal in Trentino Duits is. Sommige mensen vinden het handig om in Italië hun bestellingen in het Duits te kunnen plaatsen. Anderen menen dat ze dan beter naar Duitsland hadden kunnen gaan. Als je van plan bent op een camping te gaan staan ben je in Trentino in de goede streek  blijven zoeken
Het overbekende Garda-meer en de meren van Levico en Caldonazzo kun je ‘s zomers vanwege de overstelpende drukte beter mijden. Niet dat je dan meteen van water verstoken bent want Trentino heeft bijna 300 grotere en kleine meren. Met een beetje uitzoeken kun je er zelfs een echte strandvakantie aan de oevers doorbrengen. Mocht je bij je aankomst in Trentino voelen dat je overmand wordt door jicht, spit, traag stromend bloed in de aderen, duizelingen en leverkwalen dan kun je ijlings je toevlucht zoeken tot een thermale kuur in Levico-Vetriolo, Roncegno, Comano, Rabbi, Peio en Sant’Orsala waar de warme geneeskrachtige baden al borrelend op je komst liggen te wachten. Sommige van die kuuroorden dateren al uit de Romeinse tijd, evenals een aantal Franse. In Frankrijk, Duitsland en Italië geloven ze heilig in de geneeskrachtige werking van zo’n kuur. Je kunt hem zelfs op kosten van het ziekenfonds nemen. Het ziekenfonds in Nederland is echter van mening dat gewoon kraanwater net zo goed helpt. Je zult de kuur op eigen kosten moeten volgen.
alleen

Als je je van landgenoten wilt afzonderen en naar een stuk wintersport gebied gaat dat in Nederland niet bekend is, raak je alleen van de regen in de drup. In het gebied ten noordwesten van de stad Trento zul je uitsluitend Italianen aantreffen die geen woord Engels, Duits of Frans spreken. Deze taalbarrière zal je zowel op de pistes als in de restaurants voor problemen zetten. Bovendien zijn de mogelijkheden om gezellig een avond uit te gaan zeer beperkt. Daar komt ook nog bij dat de plaatsjes in dit gebied nauwelijks te bereiken zijn. Tenzij je er twee volle dagen voor uittrekt. De enige aanbeveling is dat je voor een kop espressokoffie maar zestig cent betaalt. Voor langlaufers en beginners zijn de meeste dorpjes ongeschikt. De berghellingen zijn te steil. En als je op de skies al aardig uit de voeten kunt, zulje je met name in de kleinere dorpjes al gauw vervelen. Je weet nu. waar je nog terecht kunt als Oostenrijk en Zwitserland zijn uitverkocht.
snel naar de wijn

Totdat ik op vijftig meter afstand van een Italiaans restaurant ging wonen, wist ik niet beter of er bestond geen andere Italiaanse wijn dan Chianti die onveranderlijk in met stro omwikkelde buikflessen verkocht werd. Na lang nadenken kwam nog een tweede soort in mijn herinnering: spumante, zoetig prikwater op alcoholbasis. Dankzij mijn hartgrondige tegenzin om vaak in de keuken te staan, is mijn kennis nu aanzienlijk uitgebreid. Ik krijg nooit Chianti van de restaurateur. ‘Is niet goed’, zegt hij. Wel zet hij met glimmende pretogen flessen op tafel die me er keer op keer van overtuigen dat een goede Italiaanse wijn beslist niet onderdoet voor een Franse. Daarom ruil ik een beschrijving van alle bezienswaardigheden in Rome, Florence, Ravenna en Napels graag in voor die van een wij nt ocht door de provincie Treviso in Noord-Italië.

Het mooiste wat je je kunt voorstellen is het traject per I Ferrari of Lamborghini af te leggen. Deze onbetaalbare sportwagens rijden in Nederland uiterst sporadisch rond omdat je bij het minste en geringste de auto op de trein naar Italië kunt zetten voor een reparatie of een monteur moet laten overvliegen naar Amsterdam. Als je er nu een paar lagers uit rijdt, is vakkundige hulp tenminste in de buurt. Ondanks al mijn naspeuringen heb ik geen Italiaans autoverhuurbedrijf kunnen vinden dat deze twee merken in zijn garage heeft staan. Je zult je met een eenvoudige auto moeten behelpen. Het beste kun je een combi huren, daar gaan de meeste dozen wijn in.

Laten we ons houden aan de witte wijnen. Bij warm weer maakt rode wijn zo snel doezelig. De witte wijntocht voert van Colegniano naar Valdobbiadene en is hemelsbreed gemeten nog geen vijftig kilometer. Trek er maar gerust een hele dag voor uit, want je zult onderweg nog genoeg moeten uitstappen en proeven. Langs de slingerende weggetjes temidden van de wijngaarden liggen veertien dorpjes waar je kunt stoppen om een glas ‘ombra’ te drinken. Zo noemen de Italianen een goed glas witte wijn. Bijje glas eet je wat sopressa (salami) en pane de casade (eigengebakken brood). Voor het grootste gedeelte voert de tocht je langs de voet van de Venetiaanse Alpen. De Botteghe del Vino, die je onderweg aandoet, worden streng gecontroleerd door de Kamer van Koophandel in Treviso. Je bent er altijd zeker van dat de wijn er koel genoeg is en dat je goede kwaliteit krijgt. In Trevira kun je drie verschillende wijnsoorten proeven: Bianca dei Colli, Procecco en Cartizze. De laatste twee soorten worden ook als vino spumante gefabriceerd. In Conegliano, op 24 kilometèr van Treviso tref je tussen de wijnen eerbiedwaardige oude architectuur aan en de met zuilen afgezette Via XX Settembre. Bij je glas witte of mousserende wijn eet je natuurlijk de plaatselijke specialiteit ‘risotto di primavera’. Je kunt ook een glas drinken in de plaatselijke wijnhandel die in de oude verweerde toren van het kasteel van Conegliano gevestigd is. Sla de plaatsjes Costa, Rua di Feletto, Borgo en Anese maar even over om weer fris te worden. Maar bij San Pietro di Feletto moetje zeker uitgebreid stoppen. Het werd zo’n duizend jaar voor Christus gebouwd, heeft romantische fresco’s en een schitterend uitzicht op de bergen. Even verder kom je in Refrontolo aan, een gehucht met vier huizen en vier wijnbouwers die hier al zo’n zevenhonderd jaar witte wijn bottelen. Als je toevallig de eerste zondag na Pasen in Refrontolo komt, kun je meedoen met het plaatselijke biefstukfeest.
Wanneer je bij Slighetto de moeite neemt een omweggetje te maken, kun je in Follina het l3e eeuwse cisterciënzer klooster bezichtigen. In Soligo aangekomen is het weer tijd voor een ombra. Deze keer een Proceccowijn. In de kerk ligt een privécollectie van zeventig soorten bijzonder gewaardeerde wijnen. Geen kans om te snoepen. De oude pastoor is voor zijn leeftijd nog bijzonder waakzaam. Zoek maar troost in de kleine taveerne waar je de plaatselijke specialiteit ‘Lievero alla tecia’ (konijn in een ragoflt van gevogelte) kunt eten. Je kunt ook nog een kijkje nemen in een oude wijnkelder die tot museum is omgebouwd. In de gewelven staan de oude gereedschappen voor de wijnverbouw uitgestald.
In het plaatsje San Pietro di Barbozza vind je de beste Proceccoen Cartozzewijnen uit de hele streek. Je vindt hier ook een imponerende wijnkelder met bestofte flessen vol met de mooiste wijnen die de afgelopen twintig jaar hebben voortgebracht.
In Valdobbiadene is je witte wijntocht afgelopen en kun je eens tellen hoeveel flessen te veel je gekocht hebt. Te veel voor de Nederlandse douane dan. In het voorjaar en de herfst is het hier een heksenketel van buitenlandse en Italiaanse bezoekers. In september b. v. worden in de Villa dei Cedri de nieuwe spumantes geproefd. Deze bezigheid brengt altijd hele volksstammen op de been. Als je na afloop je hele route nog even wilt overzien, kunje met een stoeltjeslift naar de Monte Barbaria. Vanaf de top heb je een overweldigend uitzicht op de witte wijn route, de rivier de Piave en de rivieren Montello en Grappa.