In Turkije hoef je niet aan te komen zetten met verhalen over wat je aan oudheidkundigheden in Griekenland, Italië. Egypte en Tunesië gezien hebt. Je toehoorder zal smalend zijn schouders ophalen. Het maakt totaal geen indruk op hem. Alles wat jij in die landen hebt gezien, heeft hij in zijn eigen land ook. Bovendien nóg ouder, nóg belangrijker en nóg uitgebreider. Ze lachen om het Colosseum in Rome, ze gieren het uit als je over Carthago in Tunesië begint en als je, ten einde raad, met de farao’s en de pyramides voor de dag komt, wrijven ze zich de tranen uit hun ogen. Wat stelt Pompeji voor, vergeleken bij de Romeinse stad Efes diep in de Turkse binnenlanden. Met wat er van Efes nog onder de grond ligt kunnen ze wel tien Pompeji’s oprichten. Wie z’n boot argeloos tegen de kades van Alanya en Antalya meert, schuurt langs meer dan 3000 jaar beschaving. Een gids zal je ogenblikkelijk vertellen dat die oude kademuren zowel dienst deden voor Phoenicische, Hettitische, Griekse als Romeinse schepen. Terwijl wij nog bedachten hoe we onze stenen bijlen konden slijpen, zat een Romeinse praetor al breeduit op een grote platte steen in een warme bron verkwikking voor zijn vermoeide lichaam te zoeken. Nu nóg kun je op precies dezelfde plaats, op precies dezelfde steen waar eens die Romein zat, gaan zitten en het 2000 jaar oude geborrel van geneeskrachtig water om je heen horen opstijgen.
uit de toverdoos
Moeiteloos tovert Turkije de ene oude beschaving na de andere uit z’n toverdoos. Ben je op zoek naar de overblijfselen van een volk dat zo lang geleden leefde dat het pas in 1870 bekend werd, en dan nog dankzij het naarstig uitpluizen van het Oude Testament waarin zegge en schrijve één alinea stond waaruit je zou kunnen opmaken dat er vóór Mozes en Abraham nog andere mensen waren? De Turken openen hun doos en schudden er de Hettieten en de stad Catalhöyük uit. Een stad die 7000 jaar voor Christus werd gebouwd. De wieg van de beschaving, de bakermat van tientallen volkeren die toen nog als halve beesten over de grond kropen. Daar werd al gedanst, gebaad, gedineerd. geofferd en gehandeld toen wij, beschavers van Europa, nog niet verder waren dan het zinneloos uitstoten van rauwe gorgelende kreten. Die doos gaat trouwens alleen op verzoek open. Want welke toerist wil vandaag nog zijn airconditioned hotelkamer met gesteriliseerde glas en toiletbril inruilen om ergens in de verlaten stoffige hoogvlakte van Midden-Anatolië te gaan zitten. Maar wie het lef heeft Istanbul en Ankara te vergeten en zich ook niet in slaap laat wiegen door het eentonig gemurmel van de zee langs de oeroude kades kan, stoffig en dorstig, in de verschroeiend hete binnenlanden zijn beloningen in ontvangst komen nemen: een levend geschiedenisboek met steden zo groot en oud als nergens anders ter wereld, landschappen zo bar en woest dat het een raadsel blijft waarom juist hier die hele smeltkroes van beschavingen en rassen aan de kook kwam.
de binnenkomers
Geen mens vindt het prettig ogenblikkelijk verstikt en verschroeid te raken in de dorre binnenlanden. Verstikt door de talloze overblijfselen van Hettieten, Frygiërs, grieken en Romeinen. Verschroeid door de blakerende zon die boven de bruine vulkanische rotspartijen hangt. Daarom heeft Turkije een leuke binnenkomer bij de hand. Een stad die niet al te warm is, waar genoeg te zien valt en onschuldige bezoekers zich in een MiddenOosten wanen waar ze zich met weinig aanpassing nog thuis kunnen voelen ook: Istanbul!
Twee plaatsen die bezoekers ook op een vriendelijke manier rijp maken voor een tocht door de binnenlanden zijn Antalya en Alanya. Twee kustplaatsen die historie combineren met strandhotels zodat de overgang niet àl te overrompelend plaatsvindt. Dat je in de binnenlanden, starend in die put van duizenden jaren, duizelig wordt is onvermijdelijk.
drie voor één
Je mag het Byzantium, Constantinopel of Istanbul noemen. Het hangt er maar vanaf of je de voorkeur aan de Griekse, de Romeinse of de Turkse naam geeft. Christenen bouwden de moskeeën om tot kerken, Turkse sultans roofden op hun beurt rood marmer van de Grieken om hun paleizen op te sieren. De Romeinen ontwierpen aquaducten en grote ondergrondse wateropslagplaatsen waarin James Bond nog voor een filmopname rondstapte. Leg over alle paleizen, moskeeën en aquaducten het voortdurend geraas van oude Amerikaanse auto’s en de geur van scherpe kruiden, knoflook en zwetende mensen en je snuift Istanbul in. ‘Istanbul is een schakel tussen oost en west, een historische stad die tegelijkertijd bruist van het moderne westerse leven’, zeggen de folders. En voor één keer ben ik geneigd daarmee in te stemmen, want nergens anders dan in Istanbulkun je je tegelijkertijd zó ver van huis wanen en toch je eigen cultuurpatroon herkennen.
de galatabrug
Onder, op en aan weerszijden van de Galatabrug, die twee stadsdelen met elkaar verbindt en al eeuwenlang het groezelige water van de Gouden Hoorn langs z’n pijlers voelt stromen leeft, sjachert, eet en luilakt Istanbul. Meer dan in de nachtclubs met buikdanseressen en in het beroemde Topkapi-paleis. Oude, witgeverfde stoomboten varen af en aan en lossen om het kwartier een paar honderd mensen op de oever. Mensen die allemaal met de bus verder willen zodat het bij het nabijgelegen busstation een drukte van jewelste is. Verkopers van hapjes, drankjes, ballpoints, overhemden en stofzuigeronderdelen doen er goede zaken. Bij een pijler dobbert een roeiboot waarin een man in een grote kom sissende olie verse vis bakt. Samen met een stuk brood krijg je de vis-zo-uit-de-pan toegestoken. Het kost maar een schijntje zag ik aan de muntstukken die de hongerigen in zijn boot lieten vallen. Onder het begin van de brug, de aanloop tot het water, liggen een paar restaurants waar visliefhebbers zich erg thuis zullen voelen. De meeste vissen zwemmen in grote glazen bakken voor je neus langs. Degene die je wilt opeten wijs je aan. Om je heen geniet een legioen Turkse mannen uitvoerig van hun eeuwige kopjes Turkse koffie met een glaasje water erbij.
leukere markt
De Grote Bazaar mag je niet missen, maar er lopen vaak meer toeristen rond dan Turken, behalve bij de meubelen matrassenstraatjes. Een oorspronkelijker markt is die even over de Galatabrug achter de Nieuwe Moskee. Deze markt loopt over in winkelstraten. Niet dat die allemaal even nuttig voor je kooplust zijn. Ik zie nog niet wat je met uitgedeukte spatborden of gereviseerde trapnaaimachines zou moeten beginnen. Om naar te kijken is het in ieder geval wel leuk want, zoals in heel Turkije wordt het meeste werk in de openlucht verricht. Als je voor je dessert perziken met bruine vlekken, zure druiven of onrijpe appelen krijgt, kun je op de markt voor een paar kwartjes grote hoeveelheden heerlijk fruit kopen. Eigenlijk zou je dat eerst af moeten spoelen voordat je gaat eten, maar het ziet er zó lekker uit dat het de waterkraan vaak niet haalt. Ik heb er tenminste geen nadelige gevolgen van ondervonden. Vraatzucht en ongeduld worden dus niet altijd bestraft. Eén winkelstraat staat vol met houten, kleurig beschilderde koffertjes. De Turken doen daar bagage in. Verblind door de beschilderingen heb ik er twee gekocht. Bij nadere inspectie bleken ze van dun triplex te zijn. Bovendien waren de goedkope ijzeren sloten al roestig. Ik kocht er twee omdat ik dan korting kreeg.
smaak thuislaten
Je zou je goede smaak in Nederland moeten achterlaten als je naar Turkije gaat en daar bepaalde winkels induikt. Zelfs een kluizenaar zou z’n ogen vol afgrijzen dichtknijpen als hij de volmaakte kitsch, die vol overtuiging te koop wordt aangeboden, in handen zou krijgen. Goedkoop suède, dat klopt, maar je moet niet vragen naar de modellen die ze proberen te slijten.’Het helpt geen zier dat jij probeert duidelijk te maken dat zelfs je vader hun mode-ideeën al tien jaar geleden overboord heeft gezet. Een jas is een jas en verder geen onzin. Beloof vooral geen Turks koffiestel van gedreven koper te kopen. Win dan nog liever een pop op een kermis in Nederland. Ik heb al nooit aan de Turkse koffie kunnen wennen. Helaas kun je nergens espresso krijgen en wat de Turken onder Europese koffie verstaan is té erbarmelijk om hier te beschrijven.
Maar goed, er zijn mensen die er uit intuïtie in slagen de drab laag te vermijden en uitsluitend Turkse koffie in hun mond krijgen. Dat wil nog niet zeggen dat ze, teruggekomen, de traditie van Turkse koffie óók in hun Nederlandse huiskamer voortzetten. Je voor tamelijk veel geld aangeschafte zes of twaalf delige koffieservies komt eerst pontificaal op een tafel of kast te staan. Als je je vrienden uitnodigt om ze over je Turkse avontuur te vertellen zet je misschien nog wel een kop Turkse koffie voor ze. Lekker vinden ze die niet en je aanbieding een tweede kop in te schenken wordt dan ook collectief afgeslagen. Omdat je je tafelblad ook voor nuttiger zaken nodig hebt, verhuist het gedreven koper naar een achteraf plaatsje. Misschien dat je hospita belangstelling toont en het graag op haar dressoir te pronk wil zetten anders zit je jarenlang opgescheept met een walgelijk stel witte kopjes met gouden rand en een koperen schenkkan. Ik ken mensen die er cactussen in zetten, er postzegels in bewaren en paperclips maar voor koffie gebruikt geen sterveling ze. Spaar je de moeite van deze aankoop. De beste koopjes zijn sieraden van goud en zilver. Daar tref je ook een redelijke vormgeving in aan. Ook het bij ons zo populaire handgeknoopte Smyrnatapijt moet ik je ten stelligste ontraden. Al was het maar vanwege de verkoop methodes. Vijf jaar geleden ging ik eens met een reisorganisatie op vakantie: een gecombineerde reis Roemenië-Istanbul. Zo belachelijk goedkoop dat je zou verwachten per autobus vervoerd te worden. Maar nee, het was zelfs per vliegtuig en de hele week nog volpension ook. In Istanbul natuurlijk de bekende stadsrondrit met een uur Grote Bazaar (helse moeite om de juiste uitgang te vinden) en bezoek aan een tapijtenfabriek. Alle bezoekers gingen op banken zitten die in een carré langs de muren stonden. In rap tempo werden 30 kopjes koffie rondgedeeld en het spel kon beginnen. Het ene tapijt na het andere werd voor onze voeten uitgerold. De verkoper wist precies te melden welke maten belastingvrij de EEG-landen binnengebracht mochten worden en hoeveel invoerrechten je moest betalen als je een grotere maat meenam. Tot op heden weet ik nog niet hóe de tapijten gemaakt worden. Dat onderdeel was helaas niet bij de bezichting inbegrepen.
de grote drie
Hoewel de bezienswaardigheden van Istanbul gemakkelijk een heel boek zouden kunnen vullen, beperk ik me even tot de drie grote attracties.
De Blauwe Moskee: In een poging de Aya Sofia, de kerk van de Heilige Wijsheid, te overtreffen liet sultan Ahmet in het begin van de 17e eeuw deze indrukwekkende moskee oprichten. Hij werd van zes minaretten voorzien. Bliksemsnel moest toen de moskee van de heilige stad Mekka, die zijn gelijke in de wereld niet mocht vinden, van een zevende minaret voorzien worden. Het gebedshuis ontleent zijn naam aan de prachtige blauwe tegels tegen wanden en op vloeren. De geweldige koepel reikt tot een hoogte van 43 meter. Door 260 geraffineerd geplaatste ramen valt het zonlicht heel effectvol naar binnen. Schoenen voor de deur uittrekken.
Aya Sofia: Het pronkjuweel van keizer Justinianus die een godshuis wilde laten bouwen dat de tempel van Salomo in schoonheid zou overtreffen. Op 27 december 537 kon hij eindelijk uitroepen: ‘0 Salomo, ik heb u overtroffen!’ Helaas stortte de geweldige koepelconstructie twee keer gedeeltelijk in elkaar. Toen sultan Mehmet 11 Constantinopel veroverde in 1453 liet hij de Aya Sofia meteen tot moskee ombouwen. Hij liet minaretten bij de kerk neerzetten en de Byzantijnse kunstschatten vernielen of onder een laag gips bedekken. Een bijzondere attractie is de zwetende pilaar, waaraan vroeger magische krachten werden toegekend. Helaas hebben geleerden de pilaar van alle magie ontdaan door te ontdekken dat het zweten veroorzaakt wordt door het water uit het onderaardse reservoir dat doorde poreuze steen dringt. Ook hier schoenen uit.
Topkapi Museum: Een voormalig sultansPaleis dat binnen zijn muren zoveel kunstvool Werpen herbergt dat nog nooit iemand erin geslaagd is de waarde ervan vast te stellen. Zelfs de eenvoudigste voolWerpen als kinderspeelgoed en theekopjes zijn rijkelijk bezet met diamanten. Het museum! paleiscomplex is zo groot dat je er rustig een halve dag of meer voor mag uittrekken. Hoewel je voor het Harempaleis apart toegang moet betalen maakt het ook deel uit van Topkapi. Toch maar even naartoe als je de porseleinkamer en de schatkamer met de beroemde Lepelmakers-diamant al gezien hebt. Ik hoop dat je meer geluk hebt dan ik. Tijdens mijn bezoek viel het elektrisch licht uit en kon ik de mooiste stukken met behulp van een aansteker proberen te zien.
een paar losse
In de directe omgeving van de Blauwe Moskee staat de Egyptische obelisk die uit Karnak werd overgebracht. Ook staan er de slangenzuil uit Delphi en reliëfs uit Byzantium. Tegenover de Aya Sofia ligt het onderaardse waterreservoir Yerebatan Sarayi. Ondergronds kun je een grote verscheidenheid aan bouwstijlen en steensoorten zien. Komt omdat de zuilen bewerkt en al uit alle delen van Klein-Azië werden aangevoerd. Veel bezoekers gaan een tochtje over de Bosporus maken. Het vertrek is vanaf de Galatabrug. Tijdens de vaart ga je onder de nieuwe brug over de Bosporus door, de langste brug van Europa. Je passeert het Dolmabahçepaleis, een renaissancegebouw met meer dan 200 kamers (ramen natellen). In de nabijheid staat de Dolmabahçe moskee. De rondvaartboot legt daarna aan bij Rumeli Hisari, een fort dat sultan Mehmet 11 liet bouwen toen hij Constantinopel belegerde en na de verovering omdoopte in Istanbul. Langs de Aziatische oever van Istanbul vaar je terug naar de brug. Een tweede bekende excursie is naar de Prinseneilanden in de zee van Marmara. Auto’s zijn er verboden. Je zult je met paarden en ezeltjes moeten behelpen. De eilanden werden oorspronkelijk bevolkt door monniken die hier hun klooster bouwden. Nu hebben de rijken van Istanbul er hun zomerwoningen neergezet. Op het grootste eiland, Büyükada, kun je gaan zwemmen. wordt o.a, veroorzaakt door de duizenden kolenkachels in Ankara die een gemeen soort vette kolen vreten en voor die permanente mistparaplu zorgen, De stad maakt een moderne indruk, in de ongunstige zin des woords. Je kunt het mausoleum bezoeken van de man die Turkije naar de verlichting voerde: Atatürk. In enkele musea kun je zien wat verzamelaars van oudheidkundigheden uit andere delen van Turkije opgehaald hebben en in Ankara ondergebracht. Als je vanaf Istanbul een ongunstige vliegverbinding hebt naar Oost-Turkije komt het wel eens voor dat je in Ankara moet overnachten. Die tijd is ruimschoots genoeg om de stad aan een onderzoek te onderwerpen. Alles wat je er aan historische gebouwen, tempels en musea ziet, krijg je in Oost-Turkije veel indrukwekkender te zien,
diep in de binnenlanden
Als je over de bezienswaardigheden in Istanbul al een heel boek kunt schrijven dan zijn de oude steden, ruïnes, tempels, arena’s en paleizen in Anatolië een roman in drie delen waard. Het heeft weinig zin tot in details op te sommen wat je allemaal kunt zien, hoe oud het is en wie het gebouwd hebben.
In vogelvlucht langs dié bezienswaardigheden waarvoor je geen kunsthistoricus of oudheidkundige hoeft te zijn om ze te kunnen waarderen en begrijpen waartoe ze dienden.
Izmir: bekende badplaats. Het zeewater is ‘s zomers 25 graden, Twee bezienswaardigheden om niet over te slaan: de Romeinse agora (marktplein met ondergrondse gewelven) uit 200 voor Christus en Kadifekale, het fluwelen kasteel, dat vanaf de top van de Pagos over Izmir uitkijkt. Het is een goede stad als basispunt voor tochten door de omgeving, zoals naar Pargamon en Efese.
Efese: Ligt 75 kilometer ten zuiden van Izmir. Is de grootste en best bewaard gebleven Romeinse stad die ooit bestaan heeft. Je kunt urenlang ronddwalen over straten, pleinen en galerijen. Hoe meer jaren je laat verstrijken tot je er heengaat, des te meer je te zien zult krijgen. Ondanks het enorme opgegraven en gerestaureerde gedeelte, moet zeker de helft nog blootgelegd worden, Op de openbare toiletten kun je vieze Romeinse opschriften lezen als je je Latijn tenminste hebt bijgehouden. Bij Bergama vind je de uitgestrekte ru’ines van de hoofdstad van het Bergamese koninkrijk. De priesters in die stad waren niet alleen godsdienstbeoefenaars, ze oefenden ook niet onverdienstelijk het beroep van psycholoog uit. Mensen met klachten en wensen moesten door een donkere tunnel kruipen waar de goden hen bemoedigende boodschappen in toeschreeuwden. In werkelijkheid waren het de priesters zélf die de boodschappen door gaten in het tunneldak riepen.
Pamukkale: Overdonderd schouwspel van sneeuwwitte watervallen en dampende warme bronnen. Zelfs met het koudste weer kun je in een bassin met water van tegen de 30 graden zwemmen. Langs de weg stroomt een beekje waar de damp vanaf slaat. De kalk in het water heeft alles bedekt met een dikke laag wit. Schitterend mooi, alleen daarom al zou je naar Turkije gaan. Paar goede hotels in de buurt met eeuwenoude warmwaterzwembaden. En passant kun je de ruïnes van de stad Hierapolis bezichtigen waar je de gebouwen van een uitgestrekte dodenstad vindt.