De Zweden stammen af van de Vikingen, die grote blonde kerels met stekelige baarden die zo’n grote vaardigheid toonden in het plat branden van steden en tegen stribbelende meisjes in hun drakenschepen slepen. Toen de maagden uitgegild waren en de plundertochten voorbij, werd Zweden een koninkrijk. Dat is het nu al heel lang. Het koningschap is ook heel populair, Een bewijs van die populariteit kun je vinden in de Zweedse huiskamers waar achter glas een portret van het koningspaar hangt tussen de familieportretten. Iedereen duidt de koning bij z’n voornaam aan en kent z’n verjaardagsdatum als die van zichzelf, Zweden is het grootste land in de Scandinavische wereld. Je kunt het verdelen in Zuid-, Midden en Noord-Zweden. In het zuiden wonen de Skaanings, een soort Zweeds sprekende Denen. Noch de Middennoch de Noord-zweden willen ze eigenlijk als echte landgenoten erkennen hoewel het erg aardige mensen zijn.
In Noord-Zweden wonen de Lappen. Een kleurrijk nomadisch volkje, klein van postuur, dat in tenten leeft en een taal spreekt, die zeer moeilijk verstaanbaar is. Dat zal de reden van hun zwijgzaamheid zijn. In Midden-Zweden, waar de hoofdstad Stockholm ligt, wonen de zogenaamde echte Zweden. Veel keus om ergens anders te wonen hebben ze niet omdat zowel de Skaanings als de Lappen menen dat ze maar moeten blijven waar ze nu zijn. De Zweedse meisjes worden ‘t1ickor’ genoemd. De Zweedse mannen zeggen dat ze de mooiste en aardigste van de wereld zijn.
Eten en drinken in Zweden
Zwedens favoriete schotel bestaat uit rivierkreeft en verder alles waarbij je alcohol kunt drinken. De Zweden beschouwen de volgende gerechten als de grootste attracties: kaviaar, geroosterd lamsvlees, gerookte gans, wilde eend, kwartels en oesters. Maar omdat al deze gerechten waanzinnig duur zijn worden ze nooit gegeten en niemand weet ook hoe ze smaken. Men zoekt zijn troost bij het Zweedse Smorgasbord dat tot ver over de grens beroemd is. De Denen vertikken het Zweeds Smorgasbord te eten maar zweren bij hun eigen Sm0rrebr0d. De Noren eten alles wat maar gegeten kan worden en niet te veel naar walvis smaakt. Het enige bekende dessert in heel Scandinavië is een coupe ijs, maar omdat die tegenwoordig zowel ‘s ochtends, ‘s middags als ‘s avonds wordt gegeten en dan nog het hele jaar door wordt ijs niet langer als een dessert beschouwd. Gewoonlijk drinken de Zweden water bij hun eten. Alleen wanneer ze buitenshuis eten drinken ze bier, rode wijn of gedistilleerd. Hun voornaamste bron van zorg is tijdens zo’n maaltijd de indruk te vestigen of ze altijd bier, rode wijn en gedistilleerd op tafel hebben. Hun gewoonte is om uitsluitend te drinken als er een speciale aanleiding voor is.
Daaronder vallen: als het warm weer is, als het koud is, als het regent, als je je ziek voelt of in een slecht humeur bent, als je er behoefte aan hebt, als het een tijd geleden is sinds je wat gedronken hebt en als je juist iets gedronken hebt en nog meer wilt. Afgezien daarvan bestaat de Zweedse nationale drank uit handwarm bruin water, dat geserveerd wordt onder de naam koffie en smaakt naar handwarm bruin water.
Als een Zweed drie glazen opheeft nodigt hij je uit om bij hem thuis te komen eten. Na zes glazen noemt hij je bij je voornaam, beschouwt je als een familielid, als z’n broer of zuster. Na zijn twaalfde glas zal hij in huilen uitbarsten omdat zijn hand niet vast genoeg meer is voor nog een dozijn glazen.
karakteristiek
Een opvallende gewoonte van de meeste Zweden is hun beleefdheid. Ze staan altijd in de bus op voor dames. Vooropgesteld dat het jonge meisjes zijn in mini en met mooie benen. In de trein staan ze wel op voor oudere dames maar uitsluitend als het zitten gaat vervelen of als hun halte in zicht komt. Ze zijn ook onderzoekend van aard, en geloven niet dat een bank pas geverfd is voordat ze er op zijn gaan zitten en hun kleren geruïneerd hebben. Zet voor een vogelkooi in de dierentuin een bordje ‘Niet Voederen’ en je kunt ervan verzekerd zijn dat de etenswaren massaal tussen de tralies doorvliegen. Niet dat de Zweed er op uit is de vogels in enig opzicht kwaad te doen. Hij wil alleen maar uitzoeken of dat eten de pauwen niet van kleur doet veranderen of hun staartveren laat uitvallen. Zweden zijn een bijzonder beleefd en welopgevoed volkje. Ze schudden handen bij iedere gelegenheid: als ze elkaar ontmoeten, terwijl ze tegen elkaar zeggen ‘hoe gaat het, goedemorgen of goedenavond’, na maaltijden, na bijeenkomsten… De woorden ‘Dank u’ zijn ook de meest gebruikte. Niemand zal je van overdrijving beschuldigen als je zo’n vijfhonderd keer per dag ‘Dank u’ zegt.
planning
De Zweden proberen hun klimaat zo te plannen dat het ‘s zomers warm is en ‘s winters koud. Die pogingen slagen niet altijd zodat het ook andersom kan uitpakken. Je kunt er diverse seizoenen tegelijk meemaken: winter in het noorden, zomer in het zuiden. Maar de lentes zijn er altijd prachtig. De Zweden weten drommels goed dat hun klimaat beleid faalt en hebben zich verzekerd van voortdurende zon en warmte door en masse naar een klein Afrikaans land te trekken. Gambia heet het en het bestaat uit niet meer dan een lange rivier en wat pindaplantages. Iedere blanke die Gambia bezoekt wordt ook zonder uitzondering met ‘Hé Svenska’ aangeroepen.
breinmuseum
In het Varberg Museum in Var berg worden het brein en de maag van een man uit de l4e eeuw tentoongesteld. Het zijn de organen van de zogenaamde Bocksten-man die in 1936 in een moeras in Zuid-Zweden werd opgegraven. De vondst wordt beschouwd als de beste middeleeuwse van de hele wereld. Het museum heeft een speciale tentoonstelling opgebouwd rond de organen. Zo kun je zien hoe de streek waarin de Bocksten-man werd gevonden er in de 14e eeuw vanuit politiek, cultureel en economisch standpunt moet hebben uitgezien. Zouden ze die kennis aan zijn brein ontleend hebben?
hèt souvenir
Zwedens beroemdste souvenir: het stijfbenige, vrolijk beschilderde Dalarnapaard, is over de hele wereld erkend als een typisch voorbeeld van volkskunst. De geschiedenis van dit handgesneden houten paardje gaat niet eens zo héél ver terug, de oudste herinneringen dateren uit 1840. Het paard van Dalarna werd, evenals ander houten speelgoed, gemaakt in de provincie Dalarna in Midden-Zweden. De allereerste paardjes kwamen uit de gemeente Mora met de dorpjes Bergkarlas, Nusnäs, Vattnäs en Risa. Later werd het snijden van houten paardjes geen nevenverdienste meer maar een kunst op zichzelf. Tot vandaag de dag worden de paardjes nog met de hand gemaakt in Nusnäs en een paar andere kleine dorpen in de buurt. Maar om er een te kopen hoef je Zweden niet. door te reizen. Bij iedere souvenirshop liggen ze wel te koop.
eten en drinken voor bezoekers
Zoals bekend zijn de Zweden verre van geheelonthouders hoewel de regering daar wel alle mogelij ke moeite voor doet gezien de prijzen van gedistilleerd. Hoe sterker je drankje hoe duurder. Je zult je doorgaans moeten beperken tot bier en af en toe een glaasje aquavit om tenminste ook met die Scandinavische drank kennisgemaakt te hebben. Aquavit moet ijskoud zijn. Zo koud dat het bijna stroperig wordt. Het beste kun je er Deens import bier bij drinken. De locale bieren hebben een zeer laag alcoholpercentage.
De kracht van het Scandinavische eten ligt in de koude buffetten. Een overdaad aan garnalen, gerookte zalm, talloze visen haringsoorten en natuurlijk Smorgasbord. Zo’n koud buffet wordt altijd tijdens lunchtijd geserveerd. Je mag jezelf bedienen en net zo veel nemen als je maar op kunt.
Als je stevig luncht, er zit ook kip, eieren, fricandeau en roastbeef bij, heb je genoeg omje avondeten tot een minimum te beperken. Natuurlijk heeft ook in Stockholm het internationale hamburgerwezen toegeslagen, dus voor hamburgers, cheeseburgers en grill burgers kun je er ook terecht.
Als je halverwege je vakantie opeens zin krijgt in lekker eten met een Franse inslag kunje in Stockholm in ‘La Brochette’ en ‘Rotisserie Röda Valvet’ terecht. La Brochette bestaat pas een jaar. Het heeft een groot terras, Franse koks, uitstekend eten en stevige prijzen. Röda Valvet bestaat al langer, 25 jaar. Het ligt in de oude binnenstad, ziet er van buiten niet uit en is binnen heel plezierig. Hoewel ze zowel visschotels, kip aan ‘t spit, nasigoreng als Mexicaanse kip hebben, liggen hun specialiteiten toch meer in de Franse hoek. Fondue bourguignonne, pepersteak en kalfsvlees met pepersaus, room en bananen. Het is niet groot, zestien tafeltjes.
Met de trein er naartoe is een enorme opgave. Je komt er het gemakkelijkst met een auto. Zowel vanuit Duitsland als vanuit diverse Zweedse kustplaatsen kun je met een ferryboot naar Gotland oversteken. Je kunt ook gaan vliegen: eerst naar Stockholm en dan met de binnenlandse luchtvaartmaatschappij Linjeflyg door naar Gotland. De laatste methode mag wel de snelste zijn, het is ook de duurste. Er vliegen geen charters tussen Amsterdam en Gotland. Daarom stijgt je vliegtarief tot zo’n hoogte dat ik je Gotland per vliegtuig niet zou aanraden.
Klik hier voor de veerdiensten met Zweden
poolcirkel en de rest
Als je het niet bij Zweden alleen wilt houden maar ook de Noordkaap, Lapland en een fors deel van Finland wilt zien, kun je van half juni tot half augustus iedere zaterdag met de Continent bus een 17-daagse rondreis door Zweden en Finland maken. In Zweden krijg je in het stadje Jokkmokk een certificaat uitgereikt omdat je de poolcirkel bent gepasseerd. Niet dat je vanwege dat certificaat aan zo’n tocht zou moeten beginnen. De poolcirkel is tenslotte even onzichtbaar als de evenaar. Een geldiger reden om zo’n tocht te maken zijn de talloze meren, eilandjes, bergplateaus en Lappenstadjes in de binnenlanden. De zevende nacht na je vertrek sta je op de 307 meter hoge Noordkaaprots. Voor je liggen alleen nog maar water, ijs en de Noordpool. Een dag later rijd je langs het Enare-träsk, het grootste meer van Noord-Europa dat in de wateren tussen z’n oevers zo’n 3400 eilandjes heeft liggen. Je zit nu in Finland en over de Petsamoweg, die in de tweede wereldoorlog beroemd werd, rijd je naar Tankavaara, waar vroeger veel goud werd gevonden. De tijd van lonende goudexploitatie is daar lang verleden tijd. Nu verhuurt de bevolking goudwassers-uitrustingen aan toeristen. Als je een dag erg je best doet en honderden kilo’s zand zeeft, heb je kans dat je er net de huurprijs van je uitrusting met je gevonden goud uit krijgt. Aan de roulette heb je meer kans je vakantiegeld terug te verdienen dan aan de goudzeef. Maar het blijft natuurlijk leuk werk omdat de kans tenslotte altijd aanwezig blijft. De volgende dag zit je in Kuusamo, dicht tegen de Russische grens aan. De grens met Rusland magje niet oversteken maar om er toch enige spanning in te houden, vermeldt het programma dat in de omgeving nog tamelijk veel wolven en beren voorkomen. Of je die te zien krijgt is nog de vraag, maar goed ze zijn er tenminste.
In Turku stap je op de boot dieje via de scheren-archipel en langs de Älands-eilanden naar Kapellskär in Zweden vaart. Je blijft nog een paar dagen in Stockholm en gaat dan via Trelleborg met de ferry naar Travemünde in Duitsland en vervolgens met de bus weer door naar Amsterdam.
Als er voldoende Nederlanders tijdens de rondreis in de bus zitten, krijg je een Nederlandssprekende gids mee. Zo niet, dan moet je de uitleg onderweg in het Engels of Duits aanhoren.
van zee naar zee
Dé reis die je in Zweden kunt maken, een bestseller waarover om de zoveel jaar wel een reportage met kleurenfoto’s verschijnt, is de driedaagse tocht over het Göta Kanal, een waterweg die de Noordzee verbindt met de Oostzee en dwars door Zweden loopt. In drie dagen vaar je van Götenborg naar Stockholm. Een route van zo’n 500 kilometer lang die je van meer tot meer voert. Je passeert 65 sluizen die het schip eerst tot een hoogte van 91 meter boven de zeespiegel brengen en daarna weer omlaag. Onderweg wemelt het van de historische plaatsen, dorpjes, stadjes, bossen en akkers. De Göta Kanalschepen zijn niet groter dan een forse porno Dat kan ook niet anders omdat ze onderweg over zulke smalle riviertjes varen dat de takken van de bomen langs de zijkanten van het schip zwiepen. Via het Mälarmeer, bezaaid met honderden eilandjes, kom je tenslotte in Stockholm aan, waar het schip afmeert tegenover het stadhuis. Het leuke van deze tocht is dat niet alleen toeristen er gek op zijn maar ook de Zweden zelf. Dat verhindert dat hij gaat lijken op een Volendam-Markentocht met uitsluitend buitenlanders aan boord. Bureau Zweden wijdt aan de beschrijving van de tocht alleen al een volle halve-pagina-tekst en zegt daarbij dat die beschrijving veel te kort is omje een goede indruk te geven. Als ik niet beter wist zou ik zeggen dat dat overdreven is, maar ze hebben werkelijk gelijk.
stockholm
Stockholm staat bekend als het ‘Venetië van het Noorden’ of het ‘Parijs van het Noorden’. Je vindt er talloze zaken die de moeite van het bekijken waard zijn. Tenzij je vooraf een inwoner raadpleegt, die zal je vertellen dat er in deze stad werkelijk niets de moeite van het bekijken waard is. Als je zegt dat je ook niet anders had verwacht zal hij niet rusten totdat hij je ervan overtuigd heeft dat geen andere plaats op de hele aardbodem zoveel opwindends biedt als zijn stad.
stockholm van glas
De afgelopen twintig jaar is de stad danig veranderd. Er heeft zo’n ongekende massa hoogen nieuwbouw plaatsgevonden dat je de 700 jaar oude stad maar nauwelijks terugkent. De oude torenspitsen zijn aan het gezicht onttrokken door hoge flats en kantoorwolkenkrabbers. Vooral het cen1rum is drastisch herbouwd en lang niet iedereen staat positief tegenover de ultramoderne architectuur die daar te pronk staat. Met name oudere mensen hebben er moeite mee zich nog in dat nieuwe Stockholm thuis te voelen. Het was te verwachten dat een land waar we al die cleane, gladde houten meubelen aan danken z’n hoofdstad ook naar dat model zou vormen. Woorden als knus, ouderwets en gezellig zijn ook niet meer van toepassing op het nieuwe stadscentrum. Toch moet je eens gaan kijken op het Sergelplein. In een vijver, omringd door fonteinen, staat een enorme hoge glazen obelisk. Ook het imposante cultuurhuis toont aan zijn voorzijde niets anders dan de droom van iedere glasverzekeraar. Hoewel nieuwbouw zien de façades van de meeste gebouwen er dankzij de toepassing van verschillende materialen zoals glas, graniet, beton en aluminium een stuk toonbaarder uit dan onze Bijlmermeer. Vooral omdat de Zweden zo slim zijn geweest om contrasterende kleuren een grote rol te laten spelen bij de aanblik van nieuw Stockholm.
koninklijk paleis
Het koninklijk paleis in Stockholm is heel wat gemakkelijker te bezichtigen dan het paleis op de Dam, omdat koning Gustaf en zijn vrouw iedere dag open huis }Jouden. Er zijn zo’n zestot zevenhonderd kamers, waarvan het koninklijk paar er veertien van heeft. in beslag genomen. De rest van het paleis dat uitkijkt op het Mälarenmeer en de Baltische Zee staat vrij ter bezichtiging. Veel Stockholmers gebruiken het als doorsteekje als ze van en naar de oude binnenstad gaan. Je kunt er enorm veel prachtig ingerichte kamers en zalen bezichtigen. Ook de kroonjuwelen, schilderijen en andere kunstvoorwerpen. Het aflossen van de wacht is, evenals bij Buckingham Palace, een gebeurtenis die veel kijkers trekt.
musea in Stockholm
Stockholm heeft ruim vijftig gespecialiseerde musea waar je voor antieke auto’s IJn stoomboten tot postzegels en bierpullen terecht kunt. Als je de met keien bestrate steegjes van Stockholms ‘Oude Stad’ (Gamla Stan) volgt naar Lilla Nygatan 6, staje voor het Stockholms Post Museum. Zelfs het gebouw heeft sedert begin 1700 tot de posterijen behoord. De kenner loopt natuurlijk meteen door naar de twee Mauritiuszegels uit 1847 waarvan er slechts een paar op de hele wereld over zijn gebleven. Voor bankbiljetten, munten en medailles moetje naar het Koninklijk Muntenkabinet waar ze een collectie van meer dan 100.000 stuks hebben. Het beroemdste geldstuk is de 10 daler-munt uit Zweden. Geen munt om mee over straat te lopen want hij weegt bijna 20 kilo. Buiten Stockholm toont de Gustavsberg-fabriek wat hij vanaf 1825 aan porselein en aardewerk heeft vervaardigd. Op zichzelf niet zo opzienbarend, maar je moet er toch maar naartoe. ‘s Zomers kunje het museum namelijk bezoeken per boot vanuit het centrum van de stad. Je vaart met de prachtige authentieke stoomboot Gustavberg VII, gebouwd in 1912 en een varend museumstuk op zichzelf. Andere oude stoomboten van rond de eeuwwisseling varen nog steeds naar andere musea, zoals het Vaxholm-fort in de buitenhaven, het Drottningholm-paleis en het middeleeuwse kasteel Gripsholm. Van nog eerbiedwaardiger leeftijd is het 17e-eeuwse oorlogsschip Wasa.
Kijk op www.visitsweden.com voor meer informatie over Zweden