Schaf voor schilderswerk altijd penselen en kwasten van goede kwaliteit aan. In het begin kunt u met een paar kwasten en enkele penselen volstaan (nr. 11-12 en 7-8). Neem niet te kleine penselen. Reinig ze grondig na het gebruik: waterverf kan onder de kraan worden weggewassen, kwasten voor olieverf kunnen in terpentine worden uitgespoeld en daarna met groene zeep schoongemaakt worden. Zet kwasten en penselen met de haren omhoog in een oude jampot.
Harde kwasten zijn gemaakt van varkenshaar. Penselen zijn zacht en meestal puntig, ze zijn gemaakt van marterhaar of nylon (perlonpenselen). Daarnaast hebt u een gewone brede, platte huisschilderskwast (2~ cm) nodig voor het gronden.
Verdere benodigdheden zijn: een paletmes en een schildersmes, een palet (een papieren afscheurpalet is erg handig), mengbakjes, kwastenreiniger, terpentine en lijnolie, een schildersstok, een schildersezel en doek, board en karton.
Schaf, zeker in het begin, alleen de voornaamste kleuren verf aan: wit, zwart, rood, blauw, geel, groen, bruin, oranje. Alle andere kleuren zijn gemakkelijk door mengen te maken. Neem niet te kleine tubes of potjes; knijp de verf uit de tube op het palet of in hetmengbakje of haal een beetje verf met een schone spatel uit het potje. Gebruik voor elke kleur een andere spatel.