Schuimgebak

Schuimgebak is een zeer luchtig, bros gebak. Het hoofdbestanddeel is stijfgeklopt eiwit. Voor het schuimdeeg hebt u nodig: 3 eiwitten, 180 g suiker, 1 zakje vanillesuiker.

Let op!
Te weinig suiker maakt het schuim niet voldoende hard en bros Te veel suiker maakt het schuim juist weer te hard. Een basisverhouding is 1 eiwit op 60 g suiker

Gebruik een grote pan, zodat de kom waarin u het eiwit gaat kloppen er gemakkelijk inpast. Breng in de pan zoveel water aan de kook, dat de pan voor de helft of driekwart gevuld is. Doe de eiwitten in de kom en zet de kom in de pan met water -zorgt u er wel voor dat er geen water in de kom komt! Nu begint u het eiwit te kloppen, liefst met een mixer, het wordt anders een tamelijk langdurige bezigheid. Voeg geleidelijk, al kloppend, de suiker en vanillesuiker toe. Blijf kloppen tot het schuim taai wordt en een punt vormt die rechtop blijft staan. Neem dan de kom uit de pan en laat het schuim al kloppend afkoelen, tot het bijna koud is.

Hierna kunt u van het schuimdeeg het gewenste gebak vormen, bijvoorbeeld torentjes of schuimbakjes. Dit laat u dan drogen in de oven (100 à 125 ‘C, gasovenstand 1), gedurende 1 tot 2 uur, met de ovendeur op een kier. Denkt u er om dat het schuim niet geel mag worden.