Seattle is nog betrekkelijk jong, maar niettemin de grootste stad van de staat Washington, en zelfs van het hele noordwesten van de Verenigde Staten, magnifiek gelegen op 200 km afstand van open zee, aan de oever van het brede, sterk vertakte, en met eilanden bezaaide Puget Sound estuarium, waar de grens met Canada doorheen loopt. Aan de oostkant van Seattle kijkt men uit op de vulkanische Cascade Range, met de besneeuwde kegel van de Mount Rainier, die tot 4390 m reikt, en aan de westkant op het Olympic National Park, met bergtoppen die soms meer dan 2000 m hoog zijn.
Door de nabijheid van de Grote Oceaan heerst er een vochtig klimaat (900 mm neerslag per jaar) met doorgaans bewolkte luchten, maar met zachte winters en relatief warme zomers. In de omliggende bergen vallen grote hoeveelheden sneeuw.
De eerste kolonisten bereiken deze zeer afgelegen streek pas in 1851. Ze vestigen zich langs de oostoever van de Elliotbaai, bij de monding van de Duwamish rivier. Het dorp dankt zijn naam aan het Indiaanse opperhoofd Seattle, de leider van de Duwamish stam. In 1870 zijn er nog maar 1100 inwoners; in 1880 reeds 3550. Ze leven vooral van de visvangst en het kappen van hout, dat met kustvaarders naar het Californische San Francisco getransporteerd wordt.. Een transcontinentale spoorweg bereikt Seattle in 1893, waardoor het mogelijk wordt om timmerhout naar de steden langs de Grote Meren te vervoeren.
De ontdekking, in 1897, van de goudvelden van Alaska en Yukon, maakt Seattle tot het grote startpunt van een nieuwe goldrush. Men trekt er naartoe vanuit alle delen van de Verenigde Staten en zelfs vanuit China, Japan en Europa. Het inwonertal schiet omhoog, van 43000 in 1890 tot 237000 in 1910 en 315000 in 1920.
.Inmiddels heeft Seattle zijn draai gevonden: als aansluitpunt tussen de transcontinentale spoorlijnen en de scheepvaartverbindingen met Azië, als toegangspoort tot Alaska (en in etonomisch opzicht als eigenlijke hoofdstad van deze meer dan 1000 km verderop gelegen staat), als zalmhaven, als houtproducent en -expediteur, als groot bouwcentrum van houtbewerkingsmachines. Het in 1916 voltooide kanaal tussen de Elliotbaai en het aan de oo.stkant van de stad gelegen Washingtonmeer zorgt voor een uitbreiding van de havens en een toename van de industriële bedrijvigheid.
In datzelfde jaaï 1916 opent vliegtuigbouwer William Boeing zijn eerste constructiewerkplaats. Gedurende de Tweede Wereldoorlog levert het bedrijf honderden ‘vliegende forten’ af en met de komst van de straalmotor brengt Boeing het tot ‘s werelds grootste bouwer van straalvliegtuigen en tot grootste exportfirma van de Verenigde Staten. Er wordt een heel scala van tweemotorige, driemotorige (van de 727 worden 1800 exemplaren verkocht) en gigantische viermotorige (de 747) straalvliegtuigen ontwikkeld. In Seattle is nu alleen nog het hoofdkantoor gevestigd; de fabrieken zijn nu in Everett en Renton gevestigd. In 1986 vierde de firma Boeing het gereedkomen van haar vijfduizendste jet.
In 1960 bereikte Seattle zijn hoogste inwonertal (557000), dat daarna weer gedaald is tot minder dan 500000. Maar de totale agglomeratie, van de Canadese grens in het noorden tot Tacoma in het zuiden, omvat 3,6 miljoen inwoners.