Slijpen van gereedschap

Slijpen betekent in feite het weghalen van een laagje metaal om de scherpte van een snijrand te herstellen. Hoeveel metaal moet worden weggeslepen hangt af van de botheid of van de mate van beschadiging van de snijrand.

Voor het slijpen met de hand wordt voor gereedschappen als beitels, gutsen, schaven en spookschaven meestal een vlakke (olie)slijpsteen met middelfijne korrel gebruikt, of met grove korrel indien de snijrand zeer bot of beschadigd is (de meeste olieslijpstenen hebben twee zijden, met verschillende korrelgrofte). Voor het slijpen van bijlen, dissels en tuingereedschap volstaat een halfgrove vijl of een zgn. strekel, een met siliciumcarbidekorrels bezette houten lat. Slijpen kan ook met een elektrische slijpsteen. Het gevaar bestaat dan echter dat het metaal zijn hardheidsgraad verliest. Dompel het, om dit te voorkomen, vaak in koud water; het metaal mag nooit zo heet worden dat men er de vingers aan kan branden.

Let bij het slijpen op het behoud van de oorspronkelijke slijphoek. Een hulpmiddel daarbij is de wetsteengeleider waarin het gereedschap wordt vastgezet. Wrijf de snijrand in x-vormige bewegingen heen en weer over de slijpsteen, onder het af en toe toevoegen van een paar druppels olie. Ga daarmee door tot aan de andere zijde van de snijrand een braampje is ontstaan. Haal dit weg door de braamzijde over de slijpsteen te halen. Bij gereedschap met twee snijhoeken het proces aan de andere zijde herhalen. Een vlijmscherpe snede ontstaat door bovenstaande handelingen een aantal keren te herhalen.

Slijp bijlen, tuingereedschap en dergelijke uit de hand of klem ze in een bankschroef en haal er, in de richting van de snijrand, de strekel of de vijl overheen. Controleer na het slijpen de scherpte door de snijrand onder een lamp te houden en er langs te kijken. Als de rand over de gehele lengte scherp is vertoont hij geen glinsterende plekken meer.

Bij gebruik van een elektrische slijpmachine wordt de juiste snijhoek gehandhaafd door het correct instellen van de bijbehorende leunspaan. Wordt tijdens het slijpen het metaal blauw dan is het te heet geworden en heeft het zijn hardheid verloren. Slijp de blauwe delen weg en begin opnieuw.

Voor het scherpen van een zaag moeten de afgesleten tanden weer een punt krijgen door zo weinig mogelijk van het metaal weg te vijlen. Het is een moeilijke klus. Probeer het daarom eerst bij een betrekkelijk nieuwe zaag, waarvan de hoek waaronder de tanden zijn geslepen nog goed zichtbaar is.