Snoeien van bomen

Er zijn drie redenen om een boom te snoeien: om beschadigde, dode of zieke takken te verwijderen, om de hoogte en vorm te bepalen en om de kwaliteit en de hoeveelheid vruchten en bloemen te verbeteren.

Dode, beschadigde of zieke takken kunt u op elk moment van het jaar verwijderen. Van april tot oktober is het dan wel aan te raden open wonden met een wondafdekmiddel af te sluiten voor insekten en ziekteverwekkende organismen.

Snoeien ter verbetering van de vorm of de produktie van bloemen en vruchten doet u bij loofbomen in de late herfst of de winter, wanneer ze hun rustperiode hebben. Groenblijvende bomen snoeit u aan het eind van de winter of in het vroege voorjaar. Zoek naar een knop of kleine tak die de kant uitgroeit waarin de boom zich moet ontwikkelen. Snoei dan terug tot een paar cm hierboven.

Snoei takken niet vlak langs de stam af, maar laat de donkere ring aan de voet van de tak op de stam zitten -deze bevat cellen die de wond afsluiten. Ter voorkoming van het afscheuren van de bast zaagt u de tak eerst voor twee derde van onderaf door, waarna u het karwei vanaf de bovenkant afmaakt. Laat bij een grote tak in eerste instantie een stomp van ca. 40 cm zitten, die u daarna afzaagt. Laat een helper zeer zware takken in bedwang houden door er een touw aan vast te binden dat vervolgens over een hogere tak wordt geslagen.

Roep in bijzondere gevallen de hulp in van een boomchirurg, bijvoorbeeld bij het renoveren van zeer oude bomen of het snoeien van bomen waarvan de takken bijna elektriciteitsdraden raken.