Snoeien van heesters

Kijk elk voorjaar of de struiken moeten worden bijgesnoeid. Verwijder eerst dood of ziek hout en snoei vervolgens wegens de vorm of om de bloei te stimuleren.

Scheuten en dunne takken kunt u met een gewone snoeischaar snoeien; met een snoeischaar met lange handvatten snoeit u tot 5 cm dikke takken; voor dikkere takken gebruikt u een snoeizaag; voor hoge bomen en struiken is er een speciale schaar met hefuoom en voor de heg de heggeschaar .

Snoeitechnieken
Om een compacte, dichte groei te bevorderen kopt een tak vlak boven een naar buiten wijzende knop of scheut af. Met uitdunnen het verwijderen van takken en stammen vanaf de basis verkrijgt u een hogere, minder dichte struik. Door een heg te knippen rdt het gebladerte dichter.

Maak een gladde snoeisnede, die schuin van de knop of scheut af loopt. Bij de verwijdering van hele takken moet evenwijdig aan de stam of hoofdtak worden gesnoeid.
Wanneer snoeien

Takken van struiken die vroeg in het voorjaar of in de zomer op het overjarige hout bloeien (zoals acacia, deutzia, forsythia, Hydrangea hortemis, en stephanandra) moeten direct na de bloei met een derde worden teruggesnoeid; verwijder oude, vergroeide takken en zwakke nieuwe scheuten. Struiken die op het nieuwe hout bloeien (vlinderstruik, fuchsia,

Hydrangea paniculata, spirea, tamarisk) moeten vroeg in het voorjaar worden gesnoeid; snoei de scheuten van het vorige jaar terug tot op 2-3 knoppen vanaf de basis.

Over het algemeen behoeven groenblijvende struiken nauwelijks te worden gesnoeid, behalve wegens de vorm, voor het verwijderen van zwakke scheuten in het voorjaar en het weghalen van afgestorven bloemen. Groenblijvende struiken of bomen als hulst en taxus kunnen zo nodig tot enkele cm boven de grond worden afgezaagd, waarna ze zich weer vernieuwen.