Squash

Squash is een racketspel dat wordt gespeeld in een omsloten ruimte. De bedoeling is om de beurt de bal te spelen, waarbij men het de tegenstander zo moeilijk mogelijk maakt. De spelregels en de afmetingen van de baan variëren nogal van land tot land.
in Amerika gebruikelijke indeling en afmeting. In Europa zijn de serveervakken rechthoekig. De internationale speelruimte voor enkelspel is 6,40 m breed en 9,75 m lang. De hoogte van de achterwand is 4,60 m en de serveerlijn op de achterwand is getrokken op een hoogte van 1,80 m.

Een speler scoort een punt wanneer zijn tegenstander er niet in slaagt de bal correct terug te slaan. Een retourbal is goed, wanneer de bal voordat deze twee keer op de vloer stuit, teruggeslagen wordt tegen de achterwand boven de onderste lijn (de zgn. ‘verklikkerlijn’). De bal moet de wand bereiken zonder contact met de vloer. Als de bal de tegenstander raakt, of diens racket, maar goed tegen de achterwand komt, telt het punt. Als de serveerder er niet in slaagt de bal goed in het spel te houden, gaat de service over naar de ander. Wanneer de serveerder scoort, gaat hij door met opslaan.