Startmoeilijkheden kunnen diverse oorzaken hebben, waarvan een ontladen accu misschien wel de meest voorkomende is. In dat geval hoort. u dat de startmotor de motor niet rond kan trekken; als u de lichten aandoet, gaan de koplampen tijdens het starten flauwer branden. Blijven de koplampen branden, dan kunt u de auto (mits het geen automaat is!) door aanduwen starten.
Gebruik startkabels
De auto is bij een ontladen accu altijd te starten met behulp van startkabels. Hierbij heeft u de assistentie nodig van een andere auto met hetzelfde type accu (meest.al12-volt en met een positieve en een negatieve pool). De auto’s mogen elkaar niet raken. Zet ze op de handrem en de versnelling in neutraal of de parkeerstand. Schakel de lichten en elektrische accessoires uit. Leg een doek over de vulopening van de accu. Verbind de +-pool van de accu van de niet-startende auto met die van de andere auto. Verbind met de andere startkabel de –pool van de accu van de hulpauto met een ongeschilderde bout van de motor van de niet-startende auto, op veilige afstand van de accu. Let op dat de kabels niet door de ventilator en dergelijke kunnen worden geraakt. Start de hulpauto en daarna ook de niet-startende. Als beide lopen, maakt u de startkabels in omgekeerde volgorde weer los, dus beginnend met de klem op de bout van de niet-startende auto. Met laatstgenoemde moet minstens een half uur worden gereden, wil de accu voldoende stroom bevatten voor een volgende startpoging. Laad de accu zo snel mogelijk geheel bij met behulp van een oplaadapparaat.
Andere startproblemen
Blijven de koplampen bij het starten helder branden, dan zit de fout in het startrelais, de startmotor of de startschakelaar, of is de motor vastgelopen of zit er water in de cilinders. Meestal zult u bij deze problemen de vakman in moeten schakelen.
Startproblemen kunnen ook worden veroorzaakt door een storing in de ontsteking. Dit kunt u controleren door een bougiekabel los te maken en dicht bij een punt te houden dat goed massa maakt. Bij ingeschakelde ontsteking laat u de motor ronddraaien. Springt er geen regelmatige vonk over tussen kabel en aarde, dan is de ontsteking niet in orde. Springt er wel een vonk over, dan moet u de fout zoeken in de brandstoftoevoer (choke, carburateur, benzinepomp).