Dagelijks worden bij het vallen van de avond en het krieken van de dag over de gehele wereld miljoenen straatlantaarns aanen uitgeschakeld en heel vaak geschiedt dat door het zonlicht zelf.
De meeste lantaarns zijn, vaak per wijk, verbonden met een tijdschakelaar. De eerste tijdschakelaars werkten als een uurwerk en dienden wekelijks te W9rden opgewonden en bijgesteld. De moderne tijdschakelaars hebben een elektrisch uurwerk met een draaiende schijf waarop zich nokken bevinden, die de lampen op de ingestelde tijden aanof uitschakelen.
Aangezien de zon het hele jaar door op verschillende tijden opkomt en ondergaat, moet ook de straatverlichting op verschillende tijden uiten aangaan. De schakeltijden op de genoemde schijven variëren dan ook al naar gelang het seizoen. In de tijdschakelaar is dit geregeld door een mechanisch instrument dat de ‘aan’en ‘uit’-nokken maandelijks bijstelt en aldus aanpast aan het daglicht.
Vrij recent is er, een foto-elektrische schakeleenheid ontwikkeld. Een fotocel in de eenheid bevat een lichtgevoelig element, bijvoorbeeld cadmiumsulfide of silicium. Bij zonsopgang zorgt het op de fotocel vallende licht ervoor dat elektronen van het ene naar het andere atoom overspringen, waardoor ze elektriciteit naar de schakelaar geleiden eri deze uitschakelen. Als het donker wordt, komen de elektronen in het element tot stilstand, waardoor de stroomtoevoer stopt en de lichten worden aangeschakeld. Het schakelmoment is afhankelijk van de weersomstandigheden.