Energie besparen is niet zo moeilijk als het lijkt: naast isolatie van alle buitenmuren en ramen kan iedereen al een eind komen door een beetje op te letten.
Zo ziet een huis er ‘s avonds misschien wel gastvrij uit als de gordijnen open blijven, maar ‘s winters stroomt door onbedekte ramen veel warmte naar buiten. Op dezelfde manier vormen dunne gordijnen een minder goede isolatie dan dikke. Als het niet lukt om tochtige ramen afdoende te isoleren loont het letterlijk om er houten luiken voor te maken.
Verder is het niet nodig in elk vertrek altijd even hard te stoken. Zo hoeven in slaapkamers niet dag-ennacht radiatoren of andere warmtebronnen te branden. En woonkamers worden niet merkbaar kouder als de radiatoren daar al een uur voor het naar bed gaan laag worden gezet. Een thermostaat met een ingebouwde klok kan hier goede diensten bewijzen.
Let ook op het overige gebruik van elektriciteit en gas: doe ongebruikte lampen en elektrische apparatuur uit; maak -waar mogelijk -gebruik van energiearme lampen, en doe zeker ‘s nachts -de waakvlam van hetfornuisuit.
Ga voor de aanschaf van nieuwe apparatuur naar het plaatselijk energiebedrijf; daar geven ze voorlichting over het stroomverbruik van de verschillende merken -soms zijn daar grote verschillen tussen.