Van Miami tot Palm Beach

Van Miami tot Palm BeachDe zuidoostelijke kuststreek van Florida” van de zuidelijke voorsteden van Miami tot Palm Beach, herbergt de grootste bevolkingsconcentratie van de staat, een kwart van het totaal, 2500000 inwoners, en nog veel meer in de winter; Miami Beach bijvoorbeeld heeft 100000 vaste inwoners, maar drietot viermaal zo veel als men de telkens wisselende bezoekers erbij optelt. Het toerisme domineert de economie, het landschap en het denken.


De kust loopt in noord-zuidelijke richting, en biedt een zo goed als kaarsrechte aanblik, wat nog geaccentueerd wordt door de ‘lido’s’, langgerekte strandwallen, evenwijdig aan de kust, die in de buurt van riviermondingen door gaten onderbroken worden. Het ‘lido’ wordt van het vasteland gescheiden door een lagune met .een breedte die varieert van 100 m tot 5 km.
Een geürbaniseerde strook van 200 km lang en in totaal zo’n 10 km breed strekt zich uit aan weerszijden van de lagune. Van het zuiden naar het noorden komt men ze tegen, de toeristenoorden met zulke tot de fantasie sprekende namen als Coral Gables, Miami en Miami Beach, Miramar, Hollywood, Fort Lauderdale, Boca Raton, Delray, Palm Beach enz., stuk voor stuk bereikbaar via de snelweg U.S. One.
Miami is nog maar een bescheiden koopvaardijhaventje als eind 19de eeuw de welgestelden het wintertoerisme ontdekken. Slimme projectontwikkelaars raden hun wensen, en bouwen de eerste hotels, zoals Henry Flagler in Palm Beach (vanaf 1893) of George Merrick in Coral Gables (vanaf 1920).
De hogere levensstandaard, de langere vakanties en de steeds sneller wordende transportmiddelen hebben ervoor gezorgd dat de toeristenstroom enorm gegroeid is (thans 12 miljoen bezoekers per jaar), terwijl ook de immigratie van welgestelde renteniers steeds verder toeneemt. Het aantal hotels groeit met de dag, en bereikt een maximale dichtheid in Miami Beach, waar ze direct langs het strand staan. Slechts weinig gemeenten zijn er, net als Fort Lauderdale, in geslaagd het vlak langs het strand bouwen van hotels te verbieden. Vergeleken met de rest van de Verenigde Staten spant Miami Beach veruit de kroon voor wat betreft het aanbod aan luxehotels.
De wat minder bedeelden kunnen terecht in hele reeksen motels, die echter wat verder uit het centrum liggen. De woonwijken zijn vaak verzamelingen bungalows met tuinen. De ‘echte chic’ heeft een kast van een villa met privéhaven. Sommige van deze paleisjes zijn ware vestingen, waar dag en nacht door een eigen bewakingsdienst gesurveilleerd wordt.
De belangrijkste stad van deze streek, Miami (358500 inwoners), heeft meer te bieden dan alleen het hotelwezen: een internationale luchthaven, een jachthaven, diverse industrieën, een universiteit en 150 banken; maar er wordt tevens cocaïne gesmokkeld en gemaakt. Het zuidwestelijke stadsdeel, Little Havana, wordt uitsluitend bevolkt door Cubaanse immigranten, die in twee afzonderlijke golven zijn aangekomen: na 1959 (machtsovername in Cuba door een marxistisch regime) en in 1980-1982. Miami, op Havana na de grootste Cubaanse stad ter wereld, is dan ook tweetalig.