Kopen of verkopen bij een veiling brengt risico’s met zich mee die men bij gewone koop en verkoop meestal niet loopt. Zo kan de koper de kwaliteit van het aangebodene vaak slecht beoordelen, terwijl de verkoper maar moet afwachten welke prijs hij voor zijn goed krijgt (hij kan overigens wel een geheime minimumprijs bedingen). Anderzijds heeft de verkoper het voordeel dat hij niet zelf een koper hoeft te zoeken en er mee moet onderhandelen, terwijl de koper soms voordelig uit kan zijn.
Veilingvoorwaarden
In de veilingvoorwaarden worden de veilinghouder vaak meer uitgebreide bevoegdheden toegekend en bovendien worden bepaalde aansprakelijkheden uitgesloten. In veel gevallen draagt de inbrenger tot het moment van verkopen zelf het risico van vermissing, brand en elke andere vorm van schade, terwijl dit risico daarna op de koper overgaat. De koper moet het goed meestal binnen een bepaalde termijn ophalen, terwijl men op enige garantie dikwijls niet hoeft te rekenen. De veilinghouder mag vaak naar eigen inzicht kavels (ter veiling aangeboden partijen) splitsen of samenvoegen, de volgorde van veilen wijzigen, een goed uit de veiling nemen, een bod weigeren, bij nietbetaling een goed opnieuw veilen of namens de koper of verkoper biedingen uitbrengen.
Opbod en afslag
Bij de algemene goederenveilingen wordt meestal bij opbod verkocht. De veilingmeester zet in op een bepaald bedrag en vraagt wie meer biedt. De hoogste bieder wordt eigenaar.
Soms (o.a. bij groentenen fruitveilingen) wordt bij afslag verkocht. Er wordt dan met een hoog bedrag begonnen, dat geleidelijk daalt tot iemand erop in gaat.
Toezicht door overheid
Bij veilingen bestaat de wettelijke verplichting tot ambtelijk toezicht door een notaris of een deurwaarder. Deze controleert alleen of de veiling correct geschiedt -of, bijvoorbeeld, de hoogste bieder ook het goed krijgt toegewezen. De aanwezigheid van deze ambtelijke toezichthouder vormt dus geen enkele garantie voor de deugdelijkheid van de goederen.