Ventilatie

Om een huis het gehele jaar door te beschermen tegen schade door condensvorming, is vooral een goed geventileerde vliering van essentieel belang. Bij het aanbrengen van isolatiemateriaal tussen de daksparren is het dan ook noodzakelijk tussen isolatielaag en dakpannen ten minste een ruimte van 25 mm vrij te laten of in het dak ventilatierasters aan te brengen.

In het ideale geval wordt de ruimte tussen isolatielaag en dakbedekking geventileerd door openingen in het dakoverstek en in de nok. De lucht kan dan aan de onderzijde binnentreden en aan de bovenzijde weer ontsnappen. Is die oplossing niet mogelijk, maak dan voldoende ventilatierasters in het dak zelf en overweeg de installatie van een ventilator om de natuurlijke luchtstroom te versterken.
Ook een kruipruimte moet goed geventileerd zijn om uit de grond opstijgende, vochtige lucht te kunnen afvoeren. Maak boven de fundering twee (liever nog: vier) openingen in tegenover elkaar liggende muren en sluit deze, tegen muizen en ander ongedierte, af met een ventilatiesteen of een verstelbare ventilatieklep.