Bij een astma-aanval heeft de patiënt last van hoesten, piepende ademhaling en benauwdheid, meer bij het indan het uitademen. Dikwijls ontstaat er een lichtelijk blauwgekleurde huid. De pols versnelt tot meer dan 90. Bij het inademen worden de onderste ribben ingetrokken.
De oorzaken van astma kunnen velerlei zijn. Een infectie van de ademhalingswegen kan tot ontsteking van de bronchiën leiden. Allergie voor bepaalde stoffen kan de reden zijn of psychische problemen, bijvoorbeeld angst, opwinding of schrik. Nachtelijke aanvallen van benauwdheid bij kinderen kunnen ontstaan door de aanwezigheid van huismijt, huisdieren of veren in het kussen of dekbed.
Een astmapatiënt moet leren leven met het feit dat een aanval op de meest onverwachte momenten kan optreden. Een kind met astma dient aangemoedigd te worden een zo normaal mogelijk leven te leiden. Zijn omgeving kan hem daarbij helpen en steunen.
Astma-aanvallen zijn niet te voorkomen. Men kan het risico verminderen door niet te roken en bij een verkoudheid eerder dan gewoonlijk een dokter te raadplegen.