Verzorging van varens als kamerplant

Ondanks hun soms tere uiterlijk zijn veel varens sterke kamerplanten waar u lang plezier van heeft. U kunt ze op zonloze plaatsen zetten waar de meeste andere planten het niet uithouden. Wat ze nodig hebben is warmte, een hoge luchtvochtigheid en veel water.

Varens doen het het beste op een lichte plaats waar geen direct zonlicht doordringt en bij kamertemperatuur. Tijdens het groeiseizoen moet u ze ruim met lauw water begieten en geregeld licht bemesten. Bij temperaturen boven 20. C moet u de bladeren dagelijks besproeien en in warme perioden zet u ze op kiezels in een met water gevulde schaal. ‘s Winters laat u de bovenlaag van de potgrond tussen twee gietbeurten uitdrogen, terwijl u de bemesting achterwege laat.

Verpotten is alleen nodig als de pot geheel door de wortelkluit wordt opgevuld. Als potgrond neemt u 2 delen gewone potgrond, 2 delen veenmos of bladaarde en 1 deel scherp zand of perlite, en een klein beetje houtskool. Te grote planten kunt u delen en de beste stukken weer oppotten of verpotten nadat u een gedeelte van de wortels heeft gesnoeid.

Diverse varens, zoals venushaar, zijn goed als hangplant te gebruiken. Kleine soorten doen het vaak uitstekend in een flessetuin en de hertshoornvaren gedijt op een stuk kurkschors dat u tegen de muur hangt.