Minstens drie, liefst elke dag het haar wassen met een alkalivrije zeep. Goed uitspoelen en met een ruige handdoek droogwrijven. Men kan een haardroger gebruiken mits men het haar niet te dicht bij de hete luchtstroom houdt.
Men kan -maar ik beveel het niet aan -na het wassen een haarversteviger aanbrengen. op het haar en niet op de hoofdhuid.
Het beste, heel oude middel (in plaats van shampoos e.d.) om haren mee te wassen is een mengsel van merg, eidooier en rum. Smelt het merg (van een ‘pijpje’ van de slager) ‘au bain marie’ en roer er een eidooier door en vervolgens een eetlepel rum. Het mengsel wordt in de haren en op de hoofdhuid gemasseerd en daar gelaten tot het droog is. Ter intensievering van de werking kan men de schedel nog inpakken in taft-papier of folie. Na het drogen wasse men met een handdouche en lichte bewegingen van de vingertoppen de substantie eruit.
Uitsluitend wassen met eidooier is ook al een heel oud middel: sla met een vork twee eidooiers los, wrijf ze door het haar en op de hoofdhuid, laat het droog worden en schenk er dan bij beetjes lauw water over en spoel het mengsel masserend weg (zie ook bij ‘Droog haar’).