Wat doen de hersendelen?

De hersenen zijn een belangrijk orgaan van alle gewervelde dieren en dus ook van mensen. Het verzamelt alle informatie die het lichaam van buiten en van binnen ontvangt. Het verwerkt ze en stuurt commando’s om de afzonderlijke orgels te besturen.

Het brein is ook de “zetel” van bewustzijn, gedachte en geheugen. Bijna alles wat we denken, voelen en doen komt uit de hersenen. Het brein van een mens weegt ongeveer 1300 gram en is goed beschermd in de schedel gehuisvest.

Waar bestaat het brein uit?

Het brein bestaat uit twee soorten cellen. De zenuwcellen zijn de werkelijke “werkdieren” in de hersenen. Bovendien zijn er gliale cellen die het werk van zenuwcellen ondersteunen. Het menselijk brein heeft ongeveer 100 miljard van dergelijke zenuwcellen, een cel met elf nullen.

Deze zenuwcellen zijn via fijne extensies verbonden met andere zenuwcellen en vormen zo een enorm netwerk. De verbindingen tussen de afzonderlijke zenuwcellen worden synapsen genoemd. Twaalf hersenzenuwen en het ruggenmerg leiden van de hersenen naar de hersenen.

Wat doen de hersendelen?

Het grootste deel van de hersenen is het cerebrum. Het bestaat onder andere uit twee halo hersenhelften. De buitenste laag van de hersenhelften – de hersenschors – bevat de meeste zenuwcellen. De hersenschors heeft verschillende lobben. De frontale kwab bevindt zich bijvoorbeeld aan de voorkant en regelt het lichaam terwijl het beweegt. De temporale lob is vooral belangrijk voor spraak en geheugen. De schors van het eiland ligt meer in de diepte van het cerebrum. Bovenal speelt het een rol in balans en gehoor.

De middenhersenen zijn een belangrijk commandocentrum voor horen, zien en bewegen. Vanaf hier worden bijvoorbeeld de bewegingen van de ogen gecontroleerd. Tot de achterhersenen behoort het cerebellum, waarin vooral bewegingen en balans zijn afgestemd. De achterhersenen verbinden zich met het ruggenmerg. Bovendien worden belangrijke lichaamsfuncties zoals ademhaling, hart- en bloedcirculatie vanaf hier geregeld.