Wat zijn wolken?

De wolken in de ons omringende damp¬kring vinden we meestal in de laag tussen 0 en 10 km hoogte. Boven de poolgebieden vinden we wolken tot op ongeveer 8 km; in tropische gebieden kunnen ze tot 18 km hoogte gaan.

Lucht bevat bij een bepaalde temperatuur een hoeveelheid waterdamp. Water kan in verschillende vormen voorkomen: gasvormig, vloeibaar of vast. Gasvormig water is waterdamp. Het water uit de kraan, in beekjes of rivieren is vloeibaar water. Vast water vinden we op aarde als sneeuw, hagel of ijs. Komt er te veel waterdamp in een wolk, meerdan bij de temperatuurvan de lucht past, dan gaat de waterdamp condenseren. Dit betekent dat de waterdamp verandert in water en dat er zich druppeltjes vormen. Hoe kouder de lucht is, hoe minder waterdamp ze kan bevatten. Bijna alle water en ijswolken ontstaan door afkoeling van een hoeveelheid lucht. Waterdamp is, evenals de gassen stikstof en zuurstof die de lucht samenstellen, onzichtbaar.

Ook aI is er veel lucht, deze blijft helemaal doorzichtig. Pas wanneer er druppeltjes worden gevormd, neemt de doorzichtigheid af. De blauwe hemel wordt dan vooral bij de horizon licht van kleur, grijsblauw of zelfs grijs. We zeggen dan dat de lucht heiig is. Wordt de doorzichtigheid nog minder, dan spreken we van nevel. Bevat de lucht veel vrij grote druppeltjes, dan kan de doorzichtigheid beperkt worden tot 100 m of minder. Dan spreken we van mist. Mist is een wolk, die zich op de grond bevindt.