Voor het gieten van gipsfiguren zijn gips en mallen nodig. Maak de gietmal van klei. Neem boetseerklei, dat in luchtdichte pakken verkrijgbaar is; kneed voor het gebruik de klei tot een soepele massa.
Gebruik in het begin gewoon stukadoorsgips; later kan ook met andere gipssoorten gewerkt worden, zoals het duurdere tandartsgips of modelleergips. Bewaar droog gipspoeder altijd in een gesloten pot of plastic zak, anders zal het onder invloed van het vocht in de lucht uitharden.
Maken van een reliëf tegel
Neem een stevige kartonnen doos en druk er een laag klei van 4 à 5 cm dikte in. Strijk de klei mooi glad. Druk met een of meer voorwerpen holten in de klei.
Het gips wordt aangemaakt in een plastic bakje. Doe dit halfvol water en strooi het gips er snel in tot er een ‘heuveltje’ boven het water uitsteekt. Strooi nog wat gips langs de rand en roer het geheel met de hand vlug om tot een klontvrije, gietbare massa. Strooi altijd het gips in het water en nooit omgekeerd. Het water moet bovendien op kamertemperatuur zijn. Giet de gipsbrei snel op de klei, schud even met de doos om alle luchtresten te laten ontsnappen. Laat het geheel in ca. een 1/2 uur hard worden. Scheur de zijkanten van de doos los (probeer eerst even of het gips al hard is) en trek de kleilaag voorzichtig van de gipstegel. Wrijf de laatste kleiresten onder stromend water weg. Werk de tegel bij met een rasp of mesje, terwijl het gips nog vochtig is.
Als de gipstegel langer dan 1/2 uur moet opstijven, wordt het geheel met plastic afgedekt; anders wordt de klei hard en is dan bijna niet meer van het gips los te krijgen.