Werkstuk over de Aardbevingen

Wat veroorzaakt een aardbeving?
De oude Grieken geloofden, dat hun god Poseidon aardbevingen teweeg braeht. Soms werd hij als een stier afgebeeld. Als hij op de grond stampte, schudde de aarde.

Tegenwoordig weten de geleerden, dat de grond waarop wij leven altijd in beweging is. Aardbevingen komen voor als een stuk land tegen een ander stuk schuift. Dit brengt een grote spanning op de rotsen. Plotseling geven de rotsen mee. Ze verplaatsen zich gewoonlijk langs een barst of ‘breuk’. Als ze glijden en breken schudt en trilt het land er om heen. Kleine aardbevingen worden alleen door gevoelige instrumenten vastgelegd. Bij een sterke aardbeving zullen de mensen wakker worden en luiden de kerkklokken. Bij een heel zware aardbeving breekt en draait de grond. Gebouwen kunnen neerstorten en hele steden kunnen worden verwoest. Vaak worden daarbij veel mensen gedood of gewond.

Vreemde gebeurtenissen
Vreemde dingen gebeuren tijdens aardbevingen. Hekken, wegen en spoorrails kunnen gegolfd worden. Soms schuift de aarde verscheidene meters langs een breuk. Dan breken hekken en splijten wegen. Het gat tussen beide delen laat zien hoe ver de aarde heeft bewogen. Tijdens sommige aardbevingen opent de grond zich en sluit zich weer. Tijdens een beving in Californie opende de grond zich en slokte een koe op. Toen de grond zich weer sloot, bleef alleen de staart van de koe buiten zichtbaar.
In Japan worden de mensen gewaarschuwd om tijdens een aardbeving binnenshuis te blijven. Hen wordt gezegd niet te proberen per auto te vluchten. Een aardbeving kan de wegen beschadigen en ongelukken veroorzaken.

Voorspellen van aardbevingen
Het is moeilijk te zeggen wanneer er een aardbeving komt. Het is eenvoudiger te zeggen waar. Aardbevingen hebben de neiging plaats te vinden waar de platen van de aarde tegen elkaar duwen of langs elkaar glijden. Soms ontwikkelen zich enorme breuken. Als de druk groot genoeg wordt, zal het niet denkbeeldig zijn dat de aarde zich plotseling langs deze breuken zal gaan verplaatsen.

Gebouwen voor aardbevingen
In plaatsen waar vaak aardbevingen zijn, worden gebouwen op bepaalde wijze gebouwd. Tokio is een stad die veel aardbevingen kent. Dus worden er gebouwen neergezet, die niet gemakkelijk kunnen vallen als de grond schudt. Op zanderige plaatsen kunnen aardbevingen gebouwen de grond in laten zinken. Aardbevingen schudden water en zand door elkaar. Het zand wordt drijfzand. Gebouwen zinken er dan in en worden overstroomd.